In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Programma
1. (Voor) Lezen
2. Uitleg
3. Aan de slag
4. Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Vandaag leer je over de meervouden -s, -en en ën
Slide 3 - Tekstslide
Lezen
Slide 4 - Tekstslide
Meervouden in de klas
Slide 5 - Woordweb
Meervouden
Meervouden op -s,-en en -ën
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en meervoud. Er zijn verschillende manieren waarop je het meervoud van zelfstandige naamwoorden maakt.
Meestal moet de -s aan het woord vast. Gebruik ’s als je het woord anders verkeerd uitspreekt en na -y: echo – echo’s; taxi – taxi’s; menu – menu’s; ijslolly – ijslolly’s.