Taalcompleet B1 Thema 5

1 / 23
volgende
Slide 1: Link
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Programma:

  1. Blooket thema 5
  2. Terugblik thema 5
  3. Werkwoorden in de verleden tijd
  4. Werkwoorden met vast voorzetsel
  5. Zinnen schrijven


Slide 2 - Tekstslide

timer
2:00
Wat heb je geleerd in thema 5

Slide 3 - Woordweb

timer
2:00
Welke vraag heb je nog over thema 5?

Slide 4 - Woordweb

Noem de verleden tijd van
  1. Lees het werkwoord
  2. Bedenk de verleden tijd
  3. Bedenk een voorbeeld zin
  4. De docent wijst iemand aan 
die zijn zin aan de klas verteld.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

ervaring
druk
trots
controle
een probleem
antwoord
Zet het voorzetsel bij het passende werkwoord
timer
1:45
met
op
met
met
op
over

Slide 6 - Sleepvraag

benieuwd
tevreden
afhankelijk
klaar
abbonnement
toekomen
combineer de werkwoorden met het voorzetsel
met
van
op
naar
naar
met
aan

Slide 7 - Sleepvraag

Je moet de uitgaven ............berekenen, want kleine fouten hebben soms grote gevolgen.
A
nauwkeurig
B
verbinden
C
werkoverdracht
D
sociaal

Slide 8 - Quizvraag

De bioscoop wil graag nieuw personeel...........
A
handel
B
aannemen
C
verbinden
D
afnemen

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb geen goede ........gehad, dus ik weet niet wat ik moet doen.
A
werkoverdracht
B
handel
C
bovendien
D
economisch

Slide 10 - Quizvraag

Als veel bedrijven moeten sluiten, heeft dit grote gevolgen voor je kansen op de...........................
A
aangeven
B
handel
C
daarvoor
D
arbeidsmarkt

Slide 11 - Quizvraag

Kunt u ............waar u de meeste pijn voelt?
A
aannemen
B
verlegen
C
aangeven
D
afnemen

Slide 12 - Quizvraag

De kleuter verstopt zich achter zijn vader, omdat hij....................is.
A
bovendien
B
verbinden
C
aangeven
D
verlegen

Slide 13 - Quizvraag

De overheid wil twee steden met elkaar ..........Daarom leggen ze een nieuwe snelweg aan.
A
handel
B
verlegen
C
verbinden
D
sociaal

Slide 14 - Quizvraag

Ik ga nooit naar museums. Ik heb het veel te druk en ............ houd ik niet van kunst.
A
bovendien
B
economisch
C
oppompen
D
verbinden

Slide 15 - Quizvraag

Eva drinkt elke dag wijn. Maaike ..........drinkt nooit alcohol.
A
verlegen
B
daarentegen
C
daarvoor
D
aannemen

Slide 16 - Quizvraag

Mijn zus is erg ...........ze maakt altijd met iedereen een praatje.
A
nauwkeurig
B
verlegen
C
verbinden
D
sociaal

Slide 17 - Quizvraag

Maak een zin met:
horeca & ervaren (ww)

Slide 18 - Open vraag

Maak een zin met:
stressbestendig & toelichten

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin met:
gips & bekijken

Slide 20 - Open vraag

de crisis
de druk
duizelig
eng
grof
kampen met
struikelen
mopperen
de belangstelling
meewerken
stressbestendig
gemotiveerd

Slide 21 - Sleepvraag

combineren
twijfelen
onderhouden
de betaling
de training
het onderhoud
de twijfel
de combinatie
betalen
trainen

Slide 22 - Sleepvraag

schrijf het zelfstandig naamwoord op van de volgende woorden:
uitleggen, ontwikkelen, lenen, leveren, renoveren

Slide 23 - Open vraag