Oranje Academie werkwoordspelling / hoofdletters

werkwoordspelling & hoofdletters
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

werkwoordspelling & hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm
Werkwoord dat verandert als je de zin een andere tijd zet.
Stam + d bestaat niet!

Slide 2 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Ander werkwoord dan persoonsvorm.
Om een voltooid deelwoord te krijgen, MOET er een vorm van 'hebben', 'zijn', of 'worden' in de zin staan. 
Gebruik 't ex-kofschip / 't sexy fokschaap / de ex-uitschuifkip

Slide 3 - Tekstslide

Het maakt mij niets uit wat jij (geloven).
A
gelooft
B
geloofd

Slide 4 - Quizvraag

Het maakt mij niets uit wat jij hebt (geloven).
A
gelooft
B
geloofd

Slide 5 - Quizvraag

Moet je zien hoe die sporter zijn record (verbeteren)!
A
verbetert
B
verbeterd

Slide 6 - Quizvraag

Het (gebeuren) niet elke dag dat je elkaar eeuwige trouw (beloven).
A
gebeurd, beloofd
B
gebeurd, belooft
C
gebeurt, belooft
D
gebeurt, beloofd

Slide 7 - Quizvraag

En als je elkaar eeuwige trouw hebt (beloven), (beland) je natuurlijk niet zomaar in de armen van een ander.
A
belooft, beland
B
belooft, belandt
C
beloofd, belandt
D
beloofd, beland

Slide 8 - Quizvraag

Jij (worden) blij als je schelpen (verzamelen).
A
word, verzamelt
B
word, verzameld
C
wordt, verzameld
D
wordt, verzamelt

Slide 9 - Quizvraag

Persoonsvorm verleden tijd
PV in de verleden tijd:  ik-vorm +te (n) of ik-vorm + de(n)
Bij twijfel -te of -de: gebruik 't kofschip


Slide 10 - Tekstslide

Waarom eigenlijk 't ex-kofschip 

Waarom een 't' bij 'x', 'k', 'f', 's', 'ch' en 'p' en niet bij de rest?

--> biologische verklaring!

Slide 11 - Tekstslide

Stemhebbend en stemloos
t
d
k
f
s
ch
p

Slide 12 - Tekstslide

't ex-kofschip gebruik je NOOIT...
A
in de tegenwoordige tijd
B
in de verleden tijd

Slide 13 - Quizvraag

Naar welke letter moet je kijken als je achter de verleden tijd van het woord 'geloven' wilt komen met behulp van 't ex-kofschip?
A
F
B
V
C
EN
D
N

Slide 14 - Quizvraag

De mannen (raden, vt) het goede getal.
A
raden
B
raadde
C
raadden
D
raade

Slide 15 - Quizvraag

De Ajacieden ... (juichen) voor het verkeerde team.
A
juichte
B
juichtte
C
juichten
D
juichden

Slide 16 - Quizvraag

Ajaxspeler Brobbey (missen) de penalty alweer.
A
miste
B
mistte

Slide 17 - Quizvraag

Bijvoeglijke naamwoorden
Bernhards grote hoofd is extra goed te zien op
die vergrote / vergrootte foto.

--> de grote / kleine / dure / mooie / vergrote foto (dus: bijvoeglijk naamwoord)

'Vergrootte' kan alleen een persoonsvorm zijn!


Slide 18 - Tekstslide

Frederik had een hekel aan Barend, zijn (haten) collega, wat ertoe (leiden) dat hij hem (vermoorden) tijdens een personeelsfeestje.
A
gehate
B
gehaatte
C
gehaten
D
gehaate

Slide 19 - Quizvraag

Frederik had een hekel aan Barend, zijn (haten) collega, wat ertoe (leiden) dat hij hem (vermoorden) tijdens een personeelsfeestje.
A
leide
B
leidde
C
leiden
D
leed

Slide 20 - Quizvraag

Frederik had een hekel aan Barend, zijn (haten) collega, wat ertoe (leiden) dat hij hem (vermoorden) tijdens een personeelsfeestje.
A
vermoorde
B
vermoordde
C
vermoorden

Slide 21 - Quizvraag

De HBO-taaltest
Twintig vragen - op welk niveau zit je?

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel antwoorden denk je goed te hebben?
Minder dan 12
12
13
14
15
16
17
18
19
20 natuurlijk

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Link

Hoofdletters

Slide 25 - Tekstslide

Henk haalde voor
biologie / Biologie altijd een 10, maar voor duits / Duits een 3.
A
biologie, duits
B
Biologie, Duits
C
biologie, Duits
D
Biologie, duits

Slide 26 - Quizvraag

Mijn mentorklas heeft Duits van ...
A
mevrouw de Wit
B
mevrouw De Wit
C
Mevrouw De Wit
D
mevrouw de wit

Slide 27 - Quizvraag

Mijn mentorklas heeft Duits van ...
A
Renate de Wit
B
Renate De Wit
C
renate De Wit
D
renate de wit

Slide 28 - Quizvraag

Als feyenoordfan ontving ik op valentijnsdag een valentijnskaart met het clublogo erop.
A
feyenoordfan, valentijnsdag, valentijnskaart, clublogo
B
feyenoordfan, valentijnsdag, Valentijnskaart, Clublogo
C
Feyenoordfan, Valentijnsdag, valentijnskaart, clublogo
D
Feyenoordfan, Valentijnsdag, Valentijnskaart, Clublogo

Slide 29 - Quizvraag

Deze zomer ga ik naar het noorden van franstalig belgie.
A
zomer, noorden, franstalig, belgië
B
Zomer, Noorden, Franstalig, België
C
zomer, Noorden, Franstalig, België
D
zomer, noorden, Franstalig, België

Slide 30 - Quizvraag

We werken op een christelijke school waar we de leerlingen regelmatig een bijbelverhaal vertellen, hoewel niet iedereen in de messias gelooft.
A
christelijke, Bijbelverhaal, Messias
B
christelijke, bijbelverhaal, Messias
C
Christelijke, Bijbelverhaal, Messias
D
Christelijke, Bijbelverhaal, messias

Slide 31 - Quizvraag

83 leerlingen hebben afgelopen juni hun havodiploma gehaald.
A
Leerlingen, Havodiploma, juni
B
leerlingen, havodiploma, juni
C
Leerlingen, havodiploma, Juni
D
leerlingen, Havodiploma, Juni

Slide 32 - Quizvraag

Op vakantie in zuid-italie genoot ik van een heerlijk koel spaatje.
A
Zuid-Italië, Spaatje
B
Zuid-Italië, spaatje
C
Zuid-italië, Spaatje
D
zuid-Italië, spaatje

Slide 33 - Quizvraag

Noem iets wat je vandaag geleerd of opgefrist hebt

Slide 34 - Open vraag