Spelling Par. 9 Liggend streepje - koppelteken

 paragraaf 9: liggend streepje
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 paragraaf 9: liggend streepje

Slide 1 - Tekstslide

herhaling hoofdletters en leestekens

Slide 2 - Tekstslide

Liggend streepje
  1. Koppelteken
    rente-inkomsten, politieauto
  2. Weglatingsteken
    keel-, neus- en oorarts, lager en voortgezet onderwijs
  3. Afbreekteken: een afbreek-
    teken kan je gebruiken als een woord op twee regels staat.






















Slide 3 - Tekstslide

1 Het koppelteken (8 situaties:)
Bedenk (samen) om welke reden hier een koppelteken hoort.
Welke regel hoort erbij? Je gebruikt een koppelteken als...
  1. auto-ongeluk
  2. mevrouw Van Vilsteren-de Laat
  3. adjunct-directeur
  4. on-Hollands
  5. A4-papier
  6. all-you-can-eatrestaurant
  7. trainer-coach
  8. Latijns-Amerikaans








timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

1 Het koppelteken (8 situaties:)
  1. auto-ongeluk
  2. mevrouw Van Vilsteren-de Laat
  3. adjunct-directeur
  4. on-Hollands
  5. A4-papier
  6. all-you-can-eatrestaurant
  7. trainer-coach
  8. Latijns-Amerikaans








  1. klinkerbotsing (politieauto)
  2. namen van getrouwde mensen
  3. Na de voorvoegsels: adjunct-, aspirant-, assistent-, bijna-, chef-, collega-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud-
  4. voor een hoofdletter
  5. letters, cijfers, tekens, st./sint/Sint
  6. woorden die anders onoverzichtelijk worden (massage-bed)/ vaste uitdrukkingen 
  7. combinaties van titels en beroepen
  8. aardrijkskundige namen (of afgeleiden daarvan)

Slide 5 - Tekstslide

1 Het koppelteken (liggend streepje)
Let op:
  • Gebruik bij getallen in woorden een trema: drieënzestig, tweeënveertig.
  • Als een beroepsnaam vergezeld wordt van een bijvoeglijk naamwoord, schrijven we die twee elementen los: sociaal geograaf, klinisch bioloog
    (in tegentelling tot schrijver-historicus, dus geen bijv. nw.).

Slide 6 - Tekstslide

2. weglatingsstreepje (liggend streepje)

Je mag een woorddeel weglaten als het dezelfde betekenis heeft:
hoofdzaken en bijzaken > hoofd- en bijzaken

scheikundedocenten en scheikundestudenten>
                                                                   scheikundedocenten en -studenten



Slide 7 - Tekstslide

2 weglatingsteken (liggend streepje)
Je mag een woorddeel weglaten als het dezelfde betekenis heeft

Let op:
- Alleen als het dezelfde betekenis heeft:
      Krantenkoppen en koffiekoppen geen: kranten- en koffiekoppen
- Alleen bij samenstellingen, geen bijvoeglijk naamwoorden:
     Lager en voortgezet onderwijs (zonder weglatingsstreepje)

Slide 8 - Tekstslide

3. afbreekteken (liggend streepje)
Als afbreekteken als een woord niet meer op de regel past.

  • Breek samenstellingen alleen af tussen de delen: adoptie-kinderen, klinker-botsing, modellen-wedstrijd, tweede-hands.
  • Breek af tussen het grondwoord en een voor- of achtervoegsel: herfst-achtig, karakter-loos, on-vriendelijk.
  • Je mag woorden ook afbreken tussen twee lettergrepen, maar als je twijfelt over de juiste plaats, zet dan het hele woord op de volgende regel. Op die manier voorkom je fouten.



Slide 9 - Tekstslide

3 afbreekteken (liggend streepje)
Let op: waar je afbreekt, kan de betekenis veranderen:

dijkramp

Slide 10 - Tekstslide

3 afbreekteken (liggend streepje)
Let op: waar je afbreekt, kan de betekenis veranderen:

dijkramp

Slide 11 - Tekstslide

liggend streepje (paragraaf 9, paarse stencil 'spelling')
Maak opdracht 1 tot en met 3.

Slide 12 - Tekstslide