5.8 onbepaald voornaamwoord
Kim heeft
alles opgeruimd.
Hier ligt nog iets op de grond.
Men moet niet zo zeuren!
In geen van bovenstaande zinnen weet je precies waarover het gaat.
Wat heeft Kim precies opgeruimd? ‘Alles’ is nog steeds erg vaag.
Wat ligt er nog op de grond? ‘Iets’, maar wat dat ‘iets’ is, wordt niet duidelijk.
Wie moet niet zo zeuren? Mensen in het algemeen, maar met ‘men’ wordt niet duidelijk over wie het precies gaat.