College 6 Hersenen, Zenuwen en zintuigen

_M@-MZ-VIG LWP Persoonlijke zorg vanaf cohort 2022 (LWP16066)
Hersenen, zenuwen en zintuigen. 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

_M@-MZ-VIG LWP Persoonlijke zorg vanaf cohort 2022 (LWP16066)
Hersenen, zenuwen en zintuigen. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van de hersenen
Verantwoordelijk voor:
- De centrale regulatie van alle organen in het lichaam
- De opname van alle binnenkomende informatie
- De coördinatie van gepaste reacties op binnenkomende prikkels

Bestaan uit verschillende gebieden met eigen functies maar toch een geheel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen (Cerebrum)
De grote hersenen regelen:
  • Alle vrijwillige bewegingen 
  • Het denken en de intelligentie (leren van nieuwe dingen)
  • Het bewustzijn, het geheugen en de persoonlijkheid.

Zij verwerken bovendien alle zintuigelijke informatie van binnen en van buiten het lichaam en zorgen ervoor dat er correct op wordt gereageerd 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen (cerebrum)

  • Bestaan uit een linker en een rechter hemisfeer (hersenhelft)
  • Beide helften zijn gescheiden door een diepe spleet
  • Beide helften zijn verbonden door corpus callosum (hersenbalk)
  • Veel vouwingen om meer oppervlak voor zenuwcellen te maken (hersenschors)

De grote hersenen bestaan uit 4 kwabben/gebieden...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenvliezen 
De hersenvliezen liggen tussen de schedel en de hersenen en lopen door tot aan het einde van het ruggenmerg in de onderrug.

Drie hersenvliezen:
  1. Harde hersenvlies (bestaat uit twee lagen)
  2. Spinnenwebvlies
  3. Zachte hersenvlies


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hersenvocht
  • Bevindt zich in en om de hersenen
  • Zorgt voor schokdemping en bescherming van de hersenen en het ruggenmerg
  • Transport van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen
  • Bevindt zich niet alleen in de ruimte tussen het spinnenwebvlies en het zachte hersenvlies maar ook in de hersenkamers ( het ventrikelsysteem)


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De hersenzenuwen
  • Hersenzenuwen beginnen in de hersenen zelf: eerste twee vanuit de grote hersenen overige tien vanuit de hersenstam. 
  • Kunnen Motorisch, sensorisch of gemengd zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kleine hersenen  (cerebellum)
  • Coördineren houding, bewegingen  en 
motorische vaardigheden via de verbindingen met
de grote hersenen, de hersenstam en het ruggen-
merg. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tussenhersenen (diencephalon)
Liggen tussen de hersenen en de hersenstam en bevatten twee belangrijke controlecentra:

  • De thalamus; is schakelstation voor sensorische zenuwen. Ontvangt, verwerkt en verstuurd.
  • De hypothalamus; controlecentra die lichaamstempratuur, bepaalde gedragingen dorst honger en slaap reguleren. Regelt ook de hormoonuitscheiding van het hersenaanhangsel (hypofyse)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De hersenstam regelt veel vitale functies
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er bestaan 14 hersenzenuwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het spinnenwebvlies bestaat uit twee lagen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie zenuwstelsel
  • Voelen
  •  Bewegen van spieren
  • Bewust zijn van je omgeving
  • Kunnen slapen en wakker zijn
  • Kunnen praten
  • Begrijpen wat je hoort

 Bij alle activiteiten die je onderneemt is het zenuwstelsel betrokken.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie zenuwstelsel
  • Vegetatieve functies (individu in leven houden)
ademhaling, bloeddruk en peristaltiek
Het vegetatieve (onwillekeurige of autonome) zenuwstelsel

  •  Animale functies (individu -> omgeving)
Voelen, bewegen, cognitieve functies, emoties en gedrag
Willekeurig zenuwstelsel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P: perifere zenuwen

C: hersenen en 
ruggenmerg

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De zintuigen
- Zintuigen zorgen ervoor dat je kunt waarnemen
- Zintuigen doen dit de hele dag door
- Ook buiten je bewustzijn om

Best een mooi systeem van ons lichaam dus!

Slide 24 - Tekstslide

Zintuigcellen zetten informatie van de buitenwereld om in elektrische signalen
Geluid
Licht
tast
reuk
smaak
temperatuur
Zintuigen
- Organen die bepaalde prikkels overbrengen
- Zetten prikkels om in impulsen
- Zenuwen pakken signalen op en geven het door aan je ruggenmerg
- Bestaat uit 6 zintuigen:
reuk, smaak, gevoels, gezichts, gehoor 
en evenwichtszintuig.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zintuigcellen

Zintuigcellen:
Zintuigen kunnen prikkels waarnemen omdat ze een grote aantal zintuigcellen hebben.
Andere naam voor die specifieke cellen: receptoren of sensoren.

Slide 27 - Tekstslide

exteroreceptoren reageren op prikkels van buiten het lichaam
tong= smaak
neus= reuk
oog= gezichtsvermogen
oor=gehoor
huid= tast

interoreceptoren reageren op prikkels binnen het lichaam.
properiocepetoren geven informatie over het bewegingsapparaat. 
en de wanden van alle holle organen (darmen, longen, maag mondholte, urinewegen en bloedvaten)  geven informatie over de inhoud van het orgaan.
Zintuigen
elke zintuigcel is maar gevoelig voor 1 soort prikkel

Bv: zintuigcellen in je oog, gevoelig voor licht.

Net zoals een deurbel; reageert alleen als je op het knopje drukt!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen
Neurotransmitters:
Een chemische stof die elektrische prikkels kan overbrengen.

Als er genoeg neurotransmitters vrijkomen, dan wordt de aangrenzende gevoelszenuw geprikkeld en ontstaat er een impuls op de betreffende zenuw.

Slide 29 - Tekstslide

Chemische stoffen (neurotransmitters) gemaakt in de synaps helpen het signaal over te laten springen. Het signaal gaat verder over de uitloper van de volgende zenuwcel. Als zintuigen geprikkeld worden, worden via zenuwen signalen naar de hersenen gestuurd. Deze signalen worden impulsen genoemd.
Reflex (en reflexboog)
Reflexboog


  • zintuigcel
  • gevoelszenuwcel
  • schakelcellen in
     ruggenmerg of hersenstam
  • bewegingszenuwcel
  • spier/klier
    REACTIE

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen
Prikkeldrempel en drempelwaarde:
Prikkel moet een bepaalde sterkte hebben voordat een zintuigcel kan reageren. 
Sterkte die nodig is, noemen we drempelwaarde.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reukzintuig
- Kun je mee ruiken
- Geuren waarschuwen je voor gevaar
- Reukslijmvlies bestaat uit reukzintuigcellen, slijmklieren en steuncellen
- Reukzintuigcellen zijn langgerekte
gespecialiseerde zenuwuiteinden
- Geurreceptoren zorgen ervoor dat
er een impuls ontstaat.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuig

- Om te proeven
- Proeven is samenspel van smaak en geurwaarneming
- Bij proeven blijft het niet; structuur en temperatuur belangrijke rol. Warme soep beter dan koude, krokante chips beter dan slappe chips
- Als je iets echt niet lust, kun je gaan kokhalzen, reflex

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking smaak

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar proef je welke smaak?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Gevoelszintuig
- Kunnen we mee voelen
- Bewust worden van het feit dat je iets aanraakt
- Voelen doe je via je huid, je huid is één groot voelorgaan
- Miljoenen zintuigcellen; druk, pijn, warmte en kou


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelszintuig
Werking gevoelszintuig:
Prikkels die gevoelszintuigen ontvangen, worden omgezet in een impuls
- er ontstaat een impuls als ze vervormen
- vervolgens gaan de impulsen via de uitlopers van de zenuwcel naar het ruggenmerg
- vanuit daar vervoerd naar de grote hersenen --> naar de gevoelsschors, daar wordt de informatie verwerkt en word je bewust van wat je voelt.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in de huid
  1. Tastzintuigen
  2. Drukzintuigen
  3. Pijnzintuigen
  4. Warmte zintuigen
  5. Koude zintuigen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de zintuigen zitten in je
A
organen
B
oren, ogen, tong, neus
C
oren, ogen, tong, neus, huid
D
in je hersenen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigcellen maken van prikkels...
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Warmte
D
Geur

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen reageren op ...
A
informatie
B
een impuls
C
een prikkel
D
dat waar je hersenen op willen reageren

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies