Quiz hm2 hst 5 machten wortels en verbanden

Quiz havo 2 (herhaling H5.1 t/mH5.6)

hst 5 machten wortels en verbanden

Hoofdstuk 5 machten, wortels en verbanden
inloggen in lessonup
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Quiz havo 2 (herhaling H5.1 t/mH5.6)

hst 5 machten wortels en verbanden

Hoofdstuk 5 machten, wortels en verbanden
inloggen in lessonup

Slide 1 - Tekstslide

Hiernaast zie je een plaatje waarin
de woorden zijn vervangen voor
letters.
Wat moet op de plek van A staan?
Typ

Slide 2 - Open vraag

Hiernaast zie je een plaatje waarin
de woorden zijn vervangen voor
letters.
Wat moet op de plek van B staan?
Typ

Slide 3 - Open vraag

Hiernaast zie je een plaatje waarin
de woorden zijn vervangen voor
letters.
Wat moet op de plek van C staan?
Typ

Slide 4 - Open vraag

Rekenvolgorde
1.

2.

3.

4.



Haakjes wegwerken
Vermenigvuldigen en delen. (L naar R)
Optellen en aftellen (L naar R)
Machten, Kwadrateren en worteltrekken.

Slide 5 - Sleepvraag

Bereken en schrijf je tussenstappen op:



(62+152):191=

Slide 6 - Open vraag

Bereken en schrijf je tussenstappen op:



32+742  (49+3)=

Slide 7 - Open vraag

Herleid
A
2 √2
B
√2
C
2

Slide 8 - Quizvraag

Herleid
A
-36
B
36
C
-216
D
216

Slide 9 - Quizvraag

Herleid
A
5√39
B
6√39
C
20
D
24

Slide 10 - Quizvraag

Herleid
factor voor het wortelteken brengen
A
24√2
B
10√2
C
12√8
D
8√8

Slide 11 - Quizvraag

Je kunt berekenen welke leeftijd bij welke kledingmaat hoort. Zie formule.
Hierin is k de kledingmaat.

Hoe oud ben je als je een kledingmaat van 104 hebt?
A
6
B
8
C
4
D
2

Slide 12 - Quizvraag

Welke kledingmaat heb je als je 9 jaar bent?
A
118
B
134
C
152
D
170

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de kosten bij 150 minuten?
A
159
B
5528
C
181,75
D
6893

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort parabool hoort er bij de formule?
A
Dalparabool
B
Bergparabool

Slide 15 - Quizvraag

Je kunt aan een kwadratische formule zien of de grafiek een bergparabool of een dalparabool is
Hoofdstuk 5 - Machten, wortels en verbanden
Als het getal voor x² .......... is, dan heeft de grafiek van de formule de vorm van een .......parabool.
Als het getal voor x² .......... is, dan heeft de grafiek van de formule de vorm van een .......parabool.

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt aan een kwadratische formule zien of de grafiek een bergparabool of een dalparabool is
Hoofdstuk 5 - Machten, wortels en verbanden
Als het getal voor x² positief is, dan heeft de grafiek van de formule de vorm van een dalparabool.
Als het getal voor x² negatief is, dan heeft de grafiek van de formule de vorm van een bergparabool.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe hoog is de bal als de bal 5 meter van Max vandaan is?
A
45
B
75
C
10
D
25

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de periode van de grafiek?
A
10
B
15
C
20
D
40

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het gemiddelde van de grafiek?
A
0
B
10
C
20
D
30

Slide 20 - Quizvraag

Hoe hoog is de grafiek na 75 seconden?
A
0
B
10
C
20
D
30

Slide 21 - Quizvraag

Gegeven is de formule y = -3x² + 2.
Controleer met een berekening of
het punt B(2,14) op de parabool ligt.
A
Punt B ligt wel op de parabool van y=-3x²+2
B
Punt B ligt niet op de parabool van y=-3x²+2

Slide 22 - Quizvraag

Waar moet je op letten als je
bij kwadratische formules
een negatief getal invult op de plaats van x?

Slide 23 - Open vraag

5² = 5 x 5 = 25

-5² = -  5 x 5 = -25

(-5)² = -5 x -5 = 25
Je kunt met een berekening controleren of een punt op een parabool ligt

Slide 24 - Tekstslide

De schaatsvereniging in Enschede wil graag een schaatstoernooi organiseren op natuurijs. Daarvoor moet het lang genoeg gevroren hebben. Volgens de weervoorspelling wordt het in februari erg koud.
Je kunt de ijsdikte van het natuurijs berekenen met de formule:
                                
ijsdikte in cm=4,5  v
v:aantal vorstdagen

Slide 25 - Tekstslide

Hoeveel cm ijs ligt er na 2 dagen vorst?

Geef ook je berekening. Rond af op 1 dec.

cijfer=(p+4):40  10
ijsdikte in cm=4,5  v
v:aantal vorstdagen
v:aantal vorstdagen

Slide 26 - Open vraag


Bereken y of zet kan niet voor x = 8

Slide 27 - Open vraag

Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 


Slide 28 - Tekstslide