H1L14 - 1HVD - Dinsdag - 1.8 Woordsoorten

Welkom 1HVD : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen + praten over prijzen voor jeugdboeken 
  • Mededeling: Dia-toetsen (opgeladen laptop mee)
  • Zin ontleden + uitleg grammatica woordsoorten
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 1 van 1.8 Grammatica woordsoorten. Kijk de opdracht na met het nakijkblad. 
  • Klaar? Maak opdracht 2 t/m 5 van 1.8
Aan het einde van deze les
  • heb je geleerd wat een woordsoort is; 
  • heb je geleerd wat een zelfstandig naamwoord is;
  • weet je wat een eigennaam is; 
  • weet je wat lidwoorden zijn;
  • weet je wat bepaalde en onbepaalde lidwoorden zijn. 

Nederlands
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • SO Grammatica (week 41)
  • Leestijdlijn inleveren (week 43)
timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1HVD : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen + praten over prijzen voor jeugdboeken 
  • Mededeling: Dia-toetsen (opgeladen laptop mee)
  • Zin ontleden + uitleg grammatica woordsoorten
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 1 van 1.8 Grammatica woordsoorten. Kijk de opdracht na met het nakijkblad. 
  • Klaar? Maak opdracht 2 t/m 5 van 1.8
Aan het einde van deze les
  • heb je geleerd wat een woordsoort is; 
  • heb je geleerd wat een zelfstandig naamwoord is;
  • weet je wat een eigennaam is; 
  • weet je wat lidwoorden zijn;
  • weet je wat bepaalde en onbepaalde lidwoorden zijn. 

Nederlands
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • SO Grammatica (week 41)
  • Leestijdlijn inleveren (week 43)
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Zet deze zin in een andere tijd:

Wat voor woorden worden vooral als wachtwoord voor de computer gebruikt?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm van deze zin:

Wat voor woorden worden vooral als wachtwoord voor de computer gebruikt?
A
woorden
B
worden
C
wachtwoord
D
gebruikt

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke zin staan de zinsdeelstrepen op de juiste plek?
A
Wat voor woorden | worden | vooral als wachtwoord voor de computer | gebruikt?
B
Wat | voor woorden | worden | vooral als | wachtwoord | voor de | computer | gebruikt?
C
Wat voor woorden worden | vooral als wachtwoord voor de computer | gebruikt?
D
Wat voor woorden | worden vooral als wachtwoord voor de computer | gebruikt?

Slide 4 - Quizvraag

De vorige twee opdrachten gingen over:
A
grammatica zinsdelen (redekundig ontleden)
B
grammatica woordsoorten (taalkundig ontleden)

Slide 5 - Quizvraag

Grammatica zinsdelen
redekundig ontleden

            o
Wat voor woorden | worden | vooral als wachtwoord voor de computer | gebruikt? 

Slide 6 - Tekstslide

Grammatica
Grammatica zinsdelen (1.7)
Redekundig ontleden
Grammatica woordsoorten (1.8)
Taalkundig ontleden
Zin in puzzelstukjes hakken + elk puzzelstukje een naam geven
Elk woord een naam geven

Slide 7 - Tekstslide

We gaan nu taalkundig ontleden
Grammatica woordsoorten
Ieder woord een naam geven

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een woordsoort?

Slide 9 - Open vraag

Woordsoort
  • Elk woord heeft een woordsoort
  • Woorden met dezelfde kenmerken behoren tot dezelfde woordsoort
  • In totaal zijn er tien woordsoorten
  • Voorbeelden: zelfstandig naamwoord, werkwoord, lidwoord

Slide 10 - Tekstslide

Noem alle zelfstandig naamwoorden uit de zin hieronder:

Wat voor woorden worden vooral als wachtwoord voor de computer gebruikt?

Slide 11 - Open vraag

Zelfstandig naamwoord (zn)
  •  Mens, dier, plant, ding, begrip, eigennaam
Hans, man, olifant, tafel, liefde, Amsterdam

  • Lidwoord ervoor (de man)
  • Meervoud (de olifanten)
  • Verkleinwoord (tafeltje

Slide 12 - Tekstslide

Welk lidwoord staat er in deze zin:

Wat voor woorden worden vooral als wachtwoord voor de computer gebruikt?

A
voor
B
als
C
de
D
gebruikt

Slide 13 - Quizvraag

Lidwoord (lw)
  • de, het en een 
  • staat altijd voor een zelfstandig naamwoord

Let op: 
  • één is geen een
  • het is niet altijd een lidwoord
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
de en het
een

Slide 14 - Tekstslide

In welke zin is 'het' een lidwoord?
A
Het boek ligt op tafel.
B
Het regent al de hele dag.

Slide 15 - Quizvraag

Lidwoord (lw) 
  • de, het en een 
  • staat altijd voor een zelfstandig naamwoord

Het boek ligt op tafel.
Boek = zelfstandig naamwoord

Het regent al de hele dag. 
Regent = werkwoord 


Slide 16 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
taalkundig ontleden
Wat: vragend voornaamwoord
voor: vragend voornaamwoord
woorden: zelfstandig naamwoord
worden: werkwoord
vooral: bijwoord
als: voorzetsel
wachtwoord: zelfstandig naamwoord
voor: voorzetsel
de: lidwoord
computer: zelfstandig naamwoord
gebruikt: werkwoord

Slide 17 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
taalkundig ontleden
Wat: vragend voornaamwoord
voor: vragend voornaamwoord
woorden: zelfstandig naamwoord
worden: werkwoord
vooral: bijwoord
als: voorzetsel
wachtwoord: zelfstandig naamwoord
voor: voorzetsel
de: lidwoord
computer: zelfstandig naamwoord
gebruikt: werkwoord

Slide 18 - Tekstslide