Functies van de lever buiten de spijsvertering en stofwisseling in cellen

Functies van de lever buiten de spijsvertering en stofwisseling in cellen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie pathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Functies van de lever buiten de spijsvertering en stofwisseling in cellen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kun je...
andere functies van de lever en pancreas dan die bij de spijsvertering beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting 'LDL' in het lichaam?
A
Triglyceride-Rich Lipoprotein
B
Very Low-Density Lipoprotein
C
High-Density Lipoprotein
D
Low-Density Lipoprotein

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lever en zijn functies buiten de spijsvertering
De lever is betrokken bij de spijsvertering door het uitscheiden van gal, maar heeft ook andere belangrijke functies zoals het handhaven van de homeostase, het verwerken van stoffen uit de darm via de poortader, en het regenereren van leverweefsel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met cholesterol nadat HDL het naar de lever heeft getransporteerd?
A
Opslag in de bloedvaten
B
Transport naar de cellen
C
Verwerking of uitscheiding
D
Omzetting naar triglyceriden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type cholesterol wordt beschouwd als 'goed cholesterol'?
A
Chylomicronen
B
VLDL
C
HDL
D
LDL

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van HDL-moleculen in het lichaam?
A
Transporteren van cholesterol naar de cellen
B
Aanmaken van cholesterol
C
Opslaan van cholesterol in het bloed
D
Transporteren van cholesterol naar de lever

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stofwisseling van voedingsstoffen in de lever
De lever speelt een rol in de vetstofwisseling door vetten en cholesterol te gebruiken en uit te scheiden, in de glucosestofwisseling door glucose te verbranden of op te slaan als glycogeen, en in de aminozuurstofwisseling door overtollige aminozuren af te breken tot ureum.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol, HDL en LDL in relatie tot de lever
LDL en HDL: Lipoproteïnen die respectievelijk als 'slecht' en 'goed' cholesterol bekend staan vanwege hun rol in het cholesteroltransport in het lichaam.

Cholesterol wordt getransporteerd in LDL- en HDL-moleculen, waarbij HDL het 'goede cholesterol' is dat cholesterol naar de lever transporteert voor verwerking of uitscheiding.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glucosestofwisseling in de lever
Glycogeen: Een opslagvorm van glucose in lever- en spiercellen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aminozuurstofwisseling in de lever
Aminozuurstofwisseling: Het proces waarbij aminozuren worden gebruikt voor de aanmaak van nieuwe eiwitten of worden afgebroken tot ureum.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een van de belangrijkste functies van de lever?
A
Opslag van vitamines
B
Reguleren van de bloedsamenstelling
C
Transport van zuurstof in het lichaam
D
Aanmaak van rode bloedcellen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaan alle voedingsstoffen die binnenkomen vanuit de darmen eerst naartoe?
A
Richting de longen
B
Richting de nieren
C
Richting het hart
D
Richting de lever

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstoffen gaan eerst richting de lever vanuit de darmen?
A
Vezels, mineralen en water
B
Suiker, zout en vezels
C
Koolhydraten, vetten en eiwitten
D
Vetten, vitamines en suikers

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.