les 1 online

Welkom bij communicatie
  • Heb je je reader bij de hand?
  • camera aan, geluid uit?
  • dan ben je er klaar voor :-)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij communicatie
  • Heb je je reader bij de hand?
  • camera aan, geluid uit?
  • dan ben je er klaar voor :-)

Slide 1 - Tekstslide

Dit gaan we doen:                  hoe:
  • voorstellen
  • overzicht periode
  • periode opdracht
  • zelfstandig maken online les over verbaal/nonverbaal

Slide 2 - Tekstslide

voorstellen:
W. van Eckeveld

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

TOETSING
Zo ziet de opdracht eruit. 2 min. lezen
let op: 
- opdracht heeft 4 onderdelen!
- 1 uur thuis online (LessonUP) andere uur op school
- voorbeeld deel 1 opdracht
- beoordelingsformulier
- intekenlijst presentaties interesse cirkel
(einde les invullen)

Slide 5 - Tekstslide

Communicatie is het uitwisselen van informatie.. 


Daar gaan we het vandaag over hebben!

Slide 6 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
  • Kun je samenvatten wat communicatie is.
  •  Weet je het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie en kun je hier ook voorbeelden van noemen.

Slide 7 - Tekstslide

_________________________

Slide 8 - Tekstslide

om te onthouden! 

verbaal  = de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.  ​

Non verbaal = álle communicatie die je zonder woorden overbrengt​.

Slide 9 - Tekstslide

verbaal:
- is wat ik ZEG     
- wat ik SCHRIJF

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke boodschap komt sterker over, wat je verbaal zegt of wat je non-verbaal doet?
Licht je antwoord toe!

Slide 12 - Open vraag

situatie:
De leerling stuurt een e-mail naar haar praktijkbegeleider.
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 13 - Quizvraag

situatie:
Jip ziet dat de kleine Floor stiekem een snoepje pakt. Hij kijkt haar aan en geeft haar een knipoog.
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 14 - Quizvraag

situatie:
Meneer Vermeulen is boos op de klas. Hij verheft zijn stem en geeft een donderpreek
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 15 - Quizvraag

situatie:
Mees liket de Facebook-update van Samia.
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 16 - Quizvraag

situatie:
Valerie geeft een presentatie voor de klas. Ze gebruikt daarbij een PowerPoint.
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 17 - Quizvraag

opdracht: Vat samen wat communicatie is. Gebruik daarbij de volgende woorden:
-communicatie - proces - informatie - doel- verbaal- non-verbaal.

Slide 18 - Open vraag

Bekijk het filmfragment op de volgende 
slide:
Er wordt niet gesproken, tóch wordt er wel  veel non-verbaal gecommuniceerd. 
kijkvraag: welke boodschap krijg jij via dit filmpje?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke non-verbale boodschap geeft het koningspaar:
a. Met hun uiterlijk?
b. Met de ruimte/omgeving waar ze zijn?
c. Wat zie je aan de lichaamstaal van Maxima? (kijk evt. het filmpje nog een keer)

Slide 21 - Open vraag


communicatie is het uitwisselen van informatie

De INFORMATIE die je overdraagt noem je de BOODSCHAP. Degene die communiceert noem je de ZENDER! 
De persoon die de boodschap ontvangt is de ONTVANGER.De zender brengt zijn boodschap over met een  MEDIUM: (bijv. gesprek, berichtje of non-verbaal met je lichaam) 

Slide 22 - Tekstslide

Lees de casus van Vincent en beantwoord de vragen:
Janine werkt in een schippersinternaat. Vincent is een van de tieners die er doordeweeks woont. Vincent heeft moeite met zijn opleiding. Ook weet Janine dat hij zijn ouders en zusje enorm mist. Vandaag is Vincent uit school meteen naar zijn kamer gelopen. Hij is niet eens in de huiskamer geweest om wat te drinken en iets lekkers te pakken. Het is tijd voor een praatje, denkt Janine. Wanneer ze op zijn kamer komt, maakt Vincent nauwelijks oogcontact met haar. Hij scrolt wat op zijn mobieltje. Wanneer ze vraagt hoe het met hem gaat, antwoordt hij: ‘Prima hoor.’ Wanneer Janine doorvraagt, roept hij: ‘Ik zei toch dat het goed gaat, mens, laat me met rust!’

Slide 23 - Tekstslide

Leg aan de hand van de casus van Janine en Vincent uit. Wie is de:
1. zender?
2 ontvanger?
3. wat was de boodschap?
4. met welk medium werd de boodschap gebracht?

Slide 24 - Open vraag

Mensen communiceren altijd met een bepaald DOEL: je wilt een boodschap aan de ander overbrengen. Welk doel heeft Janine in het gesprekje met Vincent?

Slide 25 - Open vraag

Welke boodschappen worden er in de casus van Vincent VERBAAL verstuurd, welke NON-VERBAAL?

Slide 26 - Open vraag

Deel 1 periode opdracht:
Ga naar onderdeel 1 van de opdracht.
stap 1. Beschrijf wat verbale communicatie is. Let op: wees compleet in je samenvatting!
stap 2. Bedenk twee voorbeelden van verbale communicatie. (Neem 2 verschillende situaties in je gedachten)
stap 3. geef bij je voorbeelden een toelichting. (zie ook de voorbeelden in de opdracht:  bijv. woordkeus, stopwoordjes, vakjargon etc.)

Slide 27 - Tekstslide

Deel 1 periode opdracht:
Ga nu naar punt 2 van de opdracht:
stap 1. Beschrijf wat non-verbale communicatie is. Let op: wees compleet in je samenvatting! 
stap 2. Bedenk twee voorbeelden van non-verbale communicatie. (Neem 2 verschillende situaties in je gedachten) 
stap 3. geef bij je voorbeelden een toelichting. (zie ook de voorbeelden in de opdracht: bijv. woordkeus, stopwoordjes, vakjargon etc.)

Slide 28 - Tekstslide

Kopieer en plak de uitwerking van het eerste stukje verslag (aspect 1 en 2) hieronder:

Slide 29 - Open vraag

Bedankt voor je aandacht en tot de volgende keer!

Slide 30 - Tekstslide