Tandheelkunde conserveren les 3

Tandheelkunde conserveren 
Les 3
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Tandheelkunde conserveren 
Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
Lesweek 1: 5.1 Inleiding + 5.2 Conserverende tandheelkunde.
Lesweek 2: 5.3 Periodiek mondonderzoek + 5.4.1 Preparatie van de caviteit.
Lesweek 3: 5.4.2 Restauratie van een caviteit deel 1.
Lesweek 4: 5.4.2 Restauratie van een caviteit deel 2.
Lesweek 5: 5.5 Preparatie voor en restauratie met plastische vulmaterialen deel 1.
Lesweek 6: 5.5 Preparatie voor en restauratie met plastische vulmaterialen deel 2.
Lesweek 7: 5.5.2/3 Preparatie voor en restauratie met glasionomeer en compomeer + 5.6 Esthetische tandheelkunde.
Lesweek 8: Toets
Lesweek 9: Verhuizing naar leerpark, vrij.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent die eisen die aan plastisch vulmateriaal worden gesteld.
  • Je kent de opbouw en samenstelling van composiet.
  • Je kent de eigenschappen van diverse soorten composiet.

Slide 3 - Tekstslide

Toets
  • Theorietoets.
  • Op It's Learning.
  • Open vragen en meerkeuzevragen.
  • In week 8.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Bedankt voor het inleveren van jullie vragen! 
  • Deze zijn verwerkt in quizvragen.
  • Daarmee kijken we terug op vorige les.

Slide 5 - Tekstslide

Welke hulpmiddelen/instrumenten gebruikt een tandarts om cariës op te sporen?

Slide 6 - Open vraag

Welke Amerikaanse tandarts heeft de klassen van caviteiten bedacht?
A
White
B
Blue
C
Black
D
Pink

Slide 7 - Quizvraag

Klasse 1
Klasse 2
Klasse 3
Klasse 4
Klasse 5

Slide 8 - Sleepvraag

Step en box
  • Hoe zat het ook alweer met de step en de box? 
  • De step is het occlusale deel van een meervlakspreparatie.
  • De box is de doosvormige uitbreiding naar mesiaal en/of distaal.
  • Een tweevlakrestauratie heeft één step en één box.
  • Een drievlaksrestauratie heeft één step en twee boxen.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak met het plaatje van de step en de box de volgende opdracht: Vlakken in een klasse II restauratie.
  • Vul de juiste benaming bij de juiste letter.
  • Vul de juiste antwoorden in op de volgende dia.

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden opdracht:
Vlakken in een klasse II restauratie

Slide 11 - Open vraag

Aan welke eisen moet goed vulmateriaal voldoen?

Slide 12 - Open vraag

Eisen aan vulmateriaal
  • Een plastische vulling krijgt veel te verduren. Daarom moet het aan een aantal eisen voldoen.
  • Het mag niet schadelijk zijn voor de gezondheid.
  • Het moet makkelijk te verwerken zijn.
  • Het moet tegen vocht kunnen tijdens het aanbrengen.
  • Het mag niet oplossen.
  • Het mag niet uitzetten tijdens het uitharden.

Slide 13 - Tekstslide

Eisen aan vulmateriaal
  • Er moet voldoende tijd zijn om het te verwerken in de mond.
  • Het moet goed te polijsten zijn.
  • Het moet tandkleurig zijn.
  • Het moet een natuurlijke transparantie hebben.
  • Het moet goed hechten aan glazuur en dentine.
  • Het moet slijtvast en breukbestendig zijn.
  • Het moet tegen temperatuurverschillen kunnen.

Slide 14 - Tekstslide

Meest bekende plastische vulmaterialen
  • Amalgaam.
  • Composiet.
  • Glasionomeercement.
  • Compomeer.
  • Cementen.
  • Vernissen.
  • Overige materialen. 
  • In deze les behandelen we amalgaam en composiet.
  • In volgende les de overige vulmaterialen.

Slide 15 - Tekstslide

Welk plastisch vulmateriaal wordt het meest gebruikt in tanden en kiezen?
A
Amalgaam
B
Composiet
C
Compomeer
D
Glasionomeer

Slide 16 - Quizvraag

Amalgaam
  • Amalgaam krijg je door het mengen van kwik een legering (mengsel van metalen).
  • Tandheelkundig amalgaam bevat zilver, tin en koper.
  • Kwik is schadelijk voor de gezondheid met name tijdens het verwerken maar ook uitgehard.
  • Door inslikken komt het in het lichaam terecht en is zichtbaar in bloed- en urinetesten. 
  • Sommige patienten voelen een soort stroompjes in de mond. Dit komt door contact tussen twee metalen in de mond, bijvoorbeeld tussen twee amalgaamvullingen of tussen een amalgaamvulling en metalen kroon.
  • Amalgaam wordt hierdoor bijna niet meer gebruikt.
  • Bij het uitboren van amalgaamvullingen moet je goed afzuigen en de mond schoonsprayen.

Slide 17 - Tekstslide

Waarom wordt amalgaam bijna niet meer gebruikt als vulmateriaal?

Slide 18 - Open vraag

Composiet
  • Tandkleurig vulmateriaal.
  • Is afgelopen jaren sterk verbeterd.
  • Composiet is een kunststof met daarin vulstof van hele fijne glas- of kwartsdeeltjes. 
  • De vulstofdeeltjes zijn bedekt met vinylsilaan.
  • Dit zorgt voor een goede verbinding met het kunststof.
  • Hierdoor wordt de composiet sterk en slijtvast.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe noem je het proces van het hard worden van composiet door middel van licht?
A
Silaniseren
B
Halogeeniseren
C
Polymeriseren
D
Plastificeren

Slide 20 - Quizvraag

Polymeriseren
  • Composiet is plastisch (vervormbaar) als het in de caviteit wordt aangebracht.
  • Monomeren schakelen aan elkaar tot lange ketens polymeren.
  • Dit komt op gang door blauw licht.
  • Daarom noem je het uitharden ook wel polymeriseren.
  • Bij polymerisatie treedt volumekrimp op.
  • Er ontstaat krimpspanning op in het gebitselement.

Slide 21 - Tekstslide

Wat voor effect kan de krimpspanning hebben op de vulling?

Slide 22 - Open vraag

Krimpspanning
  • Krimpspanning kan zorgen voor pijnklachten.
  • Krimpspanning kan ook leiden tot randspleten en randlekkage van de vulling.
  • Composiet met een hoog vulstofgehalte hebben de voorkeur omdat de vulstof niet krimpt en het slijtvaster is.
  • Toch blijft er altijd iets krimp bestaan.
  • Grote caviteiten worden daarom in laagjes uitgehard.  

Slide 23 - Tekstslide

Composiet
  • Je hebt ook chemisch uithardend composiet.
  • Twee gelijke hoeveelheden worden met elkaar gemengd, met de hand of door middel van een mengpistool.
  • Daarna hard het uit. Dit duurt vaak een aantal minuten. 

Slide 24 - Tekstslide

Hoe moet je lichtuithardend composiet bewaren?

Slide 25 - Open vraag

Bewaren van composiet
  • Composiet is verpakt in plastic spuitjes of compules.
  • Op een koele plaats.
  • Op een donkere plaats.
  • Op een droge plaats. 

Slide 26 - Tekstslide

Composiet is altijd hetzelfde qua samenstelling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Diverse soorten composieten
  • Conventionele composieten/macrogevulde composieten. 
  • Microfijne composieten.
  • Hybride composieten.
  • Nanohybride composieten.
  • Ongevulde composieten.
  • Verschil in samenstelling.

Slide 28 - Tekstslide

Conventionele / macrogevulde composiet
  • De vulstof bestaat uit grote deeltjes.
  • Voordeel: Het is een heel hard vulmateriaal.
  • Nadeel: grote vuldeeltjes hebben een grotere afstand onderling. Daardoor kunnen er makkelijk vuldeeltjes uitbreken.
  • Nadeel: lastig te polijsten waardoor het ruw aanvoelt en snel verkleurd.

Slide 29 - Tekstslide

Microfijne composiet
  • Er worden hele kleine vulstofdeeltjes gebruikt.
  • Voordeel: het is heel glad te polijsten.
  • Voordeel: weinig krimp bij uitharden.
  • Nadeel: niet erg sterk. 

Slide 30 - Tekstslide

Hybride composiet
  • Zowel grote als kleine vulstofdeeltjes.
  • Voordeel: hoge vulgraad en weinig afstand tussen de vulstofdeeltjes (soort moaziek).
  • Voordeel: sterkt vulmateriaal.
  • Voordeel: verkleurt niet snel.
  • Voordeel: slijtvast.
  • Voordeel: goed polijstbaar.
  • Nano-hybride composiet, doorontwikkelde hybride composiet met kleinere deeltjes waarvan de goede eigenschappen nog beter zijn ontwikkeld. 

Slide 31 - Tekstslide

Ongevulde composiet
  • Hierin zitten geen vulstofdeeltjes.
  • Wordt niet gebruikt als vulmateriaal.
  • Wordt gebruikt als bonding.
  • Dat is een hechtingslaag tussen composiet en het gebitselement. 

Slide 32 - Tekstslide

Ongevulde composet
Conventionele composiet
Microfijne composiet
Hybride composiet

Slide 33 - Sleepvraag

Huiswerk
  • Lees de theorie uit het boek tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten.
  • Hoofdstuk 5.4.2 blz. 123 t/m 126.
  • Maak uit deze tekst minimaal drie vragen over theorie die jij moeilijk vindt, niet snapt of nog vragen over hebt.
  • De antwoorden hoef je er niet bij te maken.
  • Maak de vragen zelf! Dus niet met AI.
  • Lever de vragen in op It's learning. 

Slide 34 - Tekstslide

Zijn de lesdoelen behaald en heb je de lesstof begrepen?
Ik moet het nog een keertje nalezen.
Ik heb de lesstof onder de knie.
Ik snap het niet helemaal.
Goede uitleg maar ik heb nog vragen.

Slide 35 - Poll