Anatomie onderste extremiteit botten + gewrichten

Anatomie onderste extremiteit botten + gewrichten
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
SportmassageMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Anatomie onderste extremiteit botten + gewrichten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van het bekken?
Het bekken verbindt de wervelkolom met de benen. Het bekken is essentieel in de houding en de bewegingen van de benen en de romp. Ook beschermt het bekken de organen in de bekkenholte zoals de darmen, de blaas, de baarmoeder, eileiders, eierstokken en bij de man de prostaat.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de functie van de onderste ledematen?
Wat is de belangrijkste functie van de benen?
Het dijbeen of, in de Latijnse benaming os femur is het langste, grootste en sterkste bot in het menselijk lichaam. Het dijbeen vormt het onderdeel van het been dat loopt van de heup tot de knie en is verantwoordelijk voor het bieden van stabiliteit van het hele bovenbeen, en zorgt voor beweging van het bovenbenen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de naam
van bot nr. 8?
A
schaambeen (pubis)
B
radius
C
bekkenbeen (pelvis)
D
dijbeen (femur)

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de naam
van bot nr. 9?
A
scheenbeen (tibia)
B
dijbeen (femur)
C
bekkenbeen (pelvis)
D
kuitbeen (fibula)

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de naam
van bot nr. 10?
A
scheenbeen (tibia)
B
dijbeen (femur)
C
bekkenbeen (pelvis)
D
kuitbeen (fibula)

Slide 7 - Quizvraag

Een ................... is een verbinding tussen twee ................. 

Door een gewricht kunnen botten makkelijk .......................
Sleep de antwoorden naar de juiste plek!
Gewricht
Botten
bewegen

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe heet het botstuk
nummer 3 op de afbeelding
A
os pelvis
B
os sacrum
C
os ischii
D
os pubis

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet nummer 5
op de afbeelding?
A
os pubis
B
symfyse
C
os ilium
D
os coccygis

Slide 10 - Quizvraag

dijbeen (os femur)
kuitbeen (os Fibula)
scheenbeen (Os Tibia)

Slide 11 - Tekstslide

Heupgewricht (art. coxae)
  • een kogelgewricht--> bewegingen over 3 assen
  • stabiel gewricht doordat kop ruim in de kom valt
  • labrum=kraakbeenrandje dat de oppervlak van de kom vergroot
  • gewrichtskapsel bedekt hele gewricht en wordt verstevigd door 3 sterke ligamenten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heet de grote knobbel
boven aan het dijbeen
A
trochanter major
B
trochanter minor
C
collum femoris
D
caput femoris

Slide 14 - Quizvraag

Knie gewricht
  • een schaniergewricht
  • gevormd door beide condylen van os femur, de patella en bovenkant van os tibia.
  • voor passende vorm--> laterale en mediale meniscus
  • patella zit aan de voorkant en glijdt over het femur (facies patellaris)
  • ligamentum patellae, ligamentum collaterale mediale en laterale, ligamentum cruciateae (voorste- en achterste kruisband)

Slide 15 - Tekstslide

benoem de onderdelen van het kniegewricht

Slide 16 - Woordweb

Wat is de Latijnse naam van het kniegewricht?

Slide 17 - Open vraag

benoem botten die de enkel vormen

Slide 18 - Woordweb

Beide menisci in de knie zijn even groot. Dit is
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

wat zijn de functies van de voet

Slide 20 - Woordweb

noem verschillende typen voetstanden

Slide 21 - Woordweb

De patella is
A
het gewrichtskraakbeen
B
een kruisband
C
de knie schijf
D
een enkelband

Slide 22 - Quizvraag

Anatomie  onderste extremiteit bewegingen

Slide 23 - Tekstslide

Abductie is een beweging in de
A
enkel
B
knie
C
heup

Slide 24 - Quizvraag

Exorotatie is
A
het naar buiten draaien
B
het naar binnen draaien
C
het buigen
D
het strekken

Slide 25 - Quizvraag

Zie volgende slide voor de quizvragen!

Slide 26 - Tekstslide

Welke beweging
zien we hier?
A
Pronatie
B
Abductie
C
Extensie
D
Flexie

Slide 27 - Quizvraag

Welke beweging
zien we hier?
A
Rotatie
B
Flexie
C
Extensie
D
Supinatie

Slide 28 - Quizvraag

Flexie en extensie zijn bewegingen van de
A
heup
B
knie
C
enkel

Slide 29 - Quizvraag

Endo- en exorotatie kun je niet maken in de knie
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Na het afzetten bij een sprong, bij het loskomen van de grond, maakt mijn enkel een
A
dorsaalflexie
B
inversie
C
plantairflexie
D
eversie

Slide 31 - Quizvraag

Retroflexie is de beweging in de heup waarbij het been........ gaat
A
voorwaarts
B
zijwaarts
C
achterwaarts
D
roteert

Slide 32 - Quizvraag

plantairflexie is de beweging van de voet naar beneden (gas geven)
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

bilspier

Slide 34 - Tekstslide

kniegewricht met meniscus, kruisbanden en knieschijf
(scharniergewricht)

Slide 35 - Tekstslide

bovenbeenspieren
  • voor: dijbeenspier (beenstrekker)
  • achter: hamstrings (beenbuigers)
  • schuin: kleermakersspier (zijwaarts optillen van het been)

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

kuitspier
achillespees

Slide 38 - Tekstslide

De m.gluteus maximus is
A
de kleine bilspier
B
de grote bilspier
C
de bovenbeenspier
D
de kuitspier

Slide 39 - Quizvraag

de m.soleus is
A
de korte kuitspier
B
de lange kuitspier
C
scheenbeenspier
D
een bovenbeenspier

Slide 40 - Quizvraag

de m.quadriceps femoris zorgt voor
A
extensie in de knie
B
anteflexie in de heup
C
extensie in de knie en anteflexie in de heup
D
geen van beide

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide


Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Tekstslide


Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Tekstslide


Slide 47 - Open vraag

Slide 48 - Tekstslide


Slide 49 - Open vraag

Slide 50 - Tekstslide

Spiergroep

Slide 51 - Open vraag

Slide 52 - Tekstslide

Spiergroep + pees

Slide 53 - Open vraag