Week 2

Planning les 

- Herhaling week 1

- Uitleg 1.2

- Werken aan 1.2



1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning les 

- Herhaling week 1

- Uitleg 1.2

- Werken aan 1.2



Slide 1 - Tekstslide

Wat is een levenskenmerk?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een organisme?

Slide 3 - Open vraag

Geef de 9 levensverschijnselen

Slide 4 - Open vraag

Begrip van de week 2:
Weefsel
A
Groep organen
B
Stukje huid
C
Groep cellen met zelfde vorm en functie
D
Groep verschillende cellen.

Slide 5 - Quizvraag

Begrip van de week 2:
Celwand
A
Dun vlies om cel
B
Regelt wat er in de cel gebeurt.
C
Stroperige vloeistof
D
Stevig laagje om cel

Slide 6 - Quizvraag

Start 1.2 De bouw van een organisme

1.2.1 Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg niveau's 1.2
Het volgende klaarzetten:
1. model cel
2 tekening van meerdere cellen - weefsel
3 model orgaan
4 torso - orgaanstelsel
5 docent - organisme


Nadenken over grootte en naamgeving met elkaar. Aantekening hierover laten maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Aantekening

Cel - Weefsel - Orgaan- Orgaanstelsel- Organisme

Cel: Komt later. (1.3)

Weefsel: Groep cellen met dezelfde bouw en functie

Orgaan: Deel van organimse met 1 of meer functies

Orgaanstelsel: Groep samenwerkende organen

Organisme: Levend wezen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Weefsel

Groep cellen met dezelfde vorm en/of functie.

Tussen de cellen ligt tussencelstof. Kan hard of vloeibaar zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
1. Maken opdracht 1, 2, 4 en 6

Slide 12 - Tekstslide

Start 1.2 De bouw van een organisme

1.2.1 Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Zet de organisatieniveau's op volgorde van GROOT naar KLEIN.
Orgaan
Weefsel
Organisme
Organenstelsel
Celorganel
Cel

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is een voorbeeld van een weefsel?
A
Bacteriën in de darmen.
B
Spiercellen in de darmwand.
C
Suikers in het bloed.
D
Voedsel in de maag.

Slide 15 - Quizvraag

1 weefsel? ja of nee?
sponsachtig weefsel
vulweefsel

Slide 16 - Tekstslide

De organenquizzz
Wie haalt een 10/10?

Slide 17 - Tekstslide

Aantekening orgaanstelsels.
Maak de volgende opdracht. Maak een screenshot en stop deze in je aantekening als juiste antwoord.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Aan de slag
Maken test jezelf 1.2 (tot groen vinkje).

Slide 20 - Tekstslide

Begrip van de week 2:
Weefsel
A
Groep organen
B
Stukje huid
C
Groep cellen met zelfde vorm en functie
D
Groep verschillende cellen.

Slide 21 - Quizvraag

Begrip van de week 2:
Celwand
A
Dun vlies om cel
B
Regelt wat er in de cel gebeurt.
C
Stroperige vloeistof
D
Stevig laagje om cel

Slide 22 - Quizvraag

Planning les 3

- Eigen onderzoek 1.3

- Bekijk cellen onder de microscoop

- Aan de slag




Slide 23 - Tekstslide

Start 1.2 De bouw van een organisme

1.3.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.


Zelf doorwerken volgende opdracht. Einde overzichtstabel overnemen. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Dierlijke en plantaardige cel

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag 
1.Maken opdracht 1 en 2, 4, 6

2. Kijk of je alle onderdelen uit tabel onder de microscoop kunt zien (zet vinkje die je ziet)

3.Leertaak in aanloop naar toets: (advies)
9 levenskenmerken
-afbeelding 1 van 1.2

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een weefsel?

Slide 29 - Open vraag

Wat is een celkern

Slide 30 - Open vraag

Wat is een organisme?

Slide 31 - Open vraag