Tijdens het lezen moet je altijd kijken waar een verwijswoord naar verwijst. Dat is nodig om de tekst goed te begrijpen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Vul in:
In Arnhem is een dronken egel gevonden. … is naar het Dierentehuis Arnhem gebracht. De egel wordt … goed verzorgd.
De egel had alcohol gedronken uit een kapotte fles. … was door mensen achtergelaten op straat. Het egeltje was zo dronken dat … zich niet meer kon oprollen, iets wat egels normaal doen bij gevaar.Het verhaal is een grote hit op sociale media. Iedereen vindt … erg grappig. De mensen van het Dierentehuis maken zich zorgen. Ze willen dat mensen beter nadenken over de troep die … op straat achterlaten.
Slide 15 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn.
Je kunt aangeven waar verwijswoorden naar verwijzen.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is een voorvoegsel?
Slide 17 - Open vraag
Wat is een achtervoegsel?
Slide 18 - Open vraag
Wat is een verwijswoord?
Slide 19 - Open vraag
Aan de slag
Blok 3 Over Taal > digitaal
Maken basis: blokje 3.9 & 3.10
Maken kader: blokje 3.10 & 3.11
Slide 20 - Tekstslide
Wat betekent?
onmogelijk = niet mogelijk
onhandig = ........................
ongelijk = .......................
oneven = .......................
onbekend = ........................
wanprestatie =...........................
wansmaak = ...........................
Slide 21 - Tekstslide
Wat betekent?
1. De boerin bindt de geit met een touw aan het hek.
2. Voor geschiedenis moet iedereen een voorwerp van vroeger meenemen; bijvoorbeeld een oude klok.
3. De geheimzinnige muziek in de film geeft een spannend effect.
4. Op het schoolkamp zijn drugs en alcohol absoluut verboden.
5. Je mag geen jassen en tassen mee naar binnen nemen in het museum. Je mag ze in bewaring geven bij de garderobe.