Over Taal blok 3 les 4

Blok 3 Over Taal
Lesdoelen:
Je weet wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn.
Je weet wat verwijswoorden zijn.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Blok 3 Over Taal
Lesdoelen:
Je weet wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn.
Je weet wat verwijswoorden zijn.


Slide 1 - Tekstslide

Wat is een voorvoegsel?

Een stukje dat je voor een woord zet waardoor de betekenis van het woord verandert:

onaardig, ongezellig, onjuist, mislukt, misgaan, herexamen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een achtervoegsel?

Een stukje dat je achter een woord zet, waardoor de betekenis van het woord verandert. 

eetbaar, drinkbaar, zinloos, nutteloos, betekenisvol, liefdevol, respectvol

Slide 3 - Tekstslide

voorvoegsel voorbeelden

1. mis = slecht/verkeerd
2. on =  niet
3. her =  nog een keer
4. wan = geen/slecht.



























Slide 4 - Tekstslide

achtervoegsel voorbeelden

5. -baar = kan/je kunt het
6. -loos = zonder
7. -vol = met veel
8. -rijk = met veel
9. -arm = met weinig

Slide 5 - Tekstslide

In het woord 'veroorzaken' zit het woord:
OORZAAK 

(wáárom iets gebeurt)

Slide 6 - Tekstslide

In het woord 'verhelpen' zit het woord:
HELP 

(hulp bieden aan)

Slide 7 - Tekstslide

Verwijswoorden

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden wijzen naar:
- een woord;
- een groep woorden;
- een zin.

Tijdens het lezen moet je altijd kijken waar een verwijswoord naar verwijst. Dat is nodig om de tekst goed te begrijpen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat verwijst waarnaar?
Afgelopen september werd een jongen verhoord op het politiebureau toen daar iets bijzonders gebeurd. Hij redde namelijk het leven van de agent die hem verhoorde. Wil je horen hoe dit ging? De agent viel plotseling op de grond en de jongen liep naar hem toe. Maar hij kon niets doen want hij had handboeien om die hij niet afkreeg.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Blok 3 Over Taal > online opdrachten maken
Maken kader: blokje 3.10 & 3.11



Slide 12 - Tekstslide