1. Voorkomen van ongewenst gedrag -
kapstok labelen2. Specifiek en toepasselijk corrigeren - gedrag aanleren door sturen, feedback etc.
3. Differentiële bekrachtiging m.b.t frequentie - minder laten voorkomen van neg. gedrag
4. Differentiële bekrachtiging m.b.t. alternatief gedrag - bekrachtigen van positieve gedrag (belonen)
5. Actief negeren - negatief gedrag geen aandacht geven