3.3 en 3.4

Thema 10    Vertering
3.3 Chemische vertering
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 10    Vertering
3.3 Chemische vertering

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
10.3.1 Je kunt beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen worden verteerd in het verteringsstelsel.
10.3.2 Je kunt de werking van verteringsenzymen uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

3.3 Enzymen
Chemische vertering
Waarom nodig?

Slide 4 - Tekstslide

Voedingsstoffen die verteerd moeten worden 
(kleiner maken):

Eiwitten
Vetten
Grotere koolhydraten 
(= di-/polysacharides)
Voedingsstoffen die NIET worden verteerd 
(al klein genoeg):

Vitamines
Mineralen (= zouten)
Water
 Kleine suikers 
(= mono-sacharides)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

3.3 Enzymen
Chemische vertering
  • In verteringssappen
  • Helpen met vertering voedingsstoffen 
  • Amylase/maltase: zetmeel -> glucose
  • Pepsine/peptidase: eiwit -> aminozuren
  • Lipase: vetten -> glycerol en vetzuren

Slide 7 - Tekstslide

Enzymen
Door enzymen (............... ) kunnen wij, bij lage temperaturen, stoffen afbreken (dissimilatie) of opbouwen (assimilatie).  

Enzymen zijn eiwitten. (Maken we dus zelf via DNA -> RNA -> Eiwit) 
- Naamgeving: substraat +  - ase
vb. Lactase


Slide 8 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen hebben een optimum temperatuur (en zuurgraad = pH).

Waarom gaat het katalyseren langzamer bij een hogere/ lagere temperatuur/pH ?




Slide 9 - Tekstslide

Ontvouwen/ kapot
of T te laag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

10.3 Chemische vertering 
Opdrachten:
24 t/m 31


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

3.4     Resorptie

Slide 15 - Tekstslide

LEERDOEL

* je kunt beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen worden opgenomen 
* je kunt beschrijven welke factoren daarop van invloed zijn


Slide 16 - Tekstslide

dunne darm
resorptie van voedingsstoffen
  • monosachariden (koolhydraten)
  • vetzuren en glycerol
  • aminozuren

* groot oppervlak = meer resorptie
  • darmplooien
  • darmvlokken
  • microvilli

Slide 17 - Tekstslide

blz 122

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Beschrijf wat hier gebeurt.

Slide 20 - Open vraag

Het bloed met opgenomen voedingsstoffen komt eerst nog langs een 'controlestation'. Waar ligt dat?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

dikke darm
* resorptie van water, mineralen, vitaminen (K)

*veel water in verteringssappen

Diarree? Problemen in de dikke darm!

Slide 23 - Tekstslide


Slide 24 - Open vraag


Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

wat weet je over
de dunne darm?

Slide 27 - Woordweb

wat weet je over
de dikke darm?

Slide 28 - Woordweb

Wat weet je over de dunne darm?
Wat weet je over de dikke darm?

Slide 29 - Tekstslide

elk antwoord bevat een verschil en een plaats!
de uitleg moet bij het eerste punt passen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Aan de slag...
10.3 Chemische vertering   &   10.4 Resorptie
Opdracht 32 t/m 41
en 51 t/m 57

Slide 32 - Tekstslide

Morgen
Gezonde voeding


Vrijdag: Casino spel: Herhaling vertering

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video