Oefentoets 2 hoofdstuk 3 Interbellum

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Oefentoets 2 hoofdstuk 3 Interbellum

Oefentoets

Neem de tijd om een vraag te maken. 

Heb je een vraag fout? Zoek dan uit wat er fout is! 

Kom je er niet uit? Vraag een klasgenoot of je docent. 

Succes! 

Wat stond NIET in het verdrag van Versailles?

1. Duitsland moet zijn leger verkleinen
2. Duitsland moet herstelbetalingen doen
3. Duitsland moet zijn naam veranderen
4. Duitsland moet koloniën afstaan

Wat is de juiste omschrijving van totalitaire staat?

1. Een staat waarin inwoners worden beschermd tegen de staat
2. Een staat waarin het leven van de inwoners volledig wordt beheerst door de staat
3. Een staat waarin inwoners leven kunnen in volledige vrijheid
4. Een staat waarin het leven van de inwoners deels wordt bepaald door de regering

Wie is dit en waar is hij de leider van?

1. Anton Mussert en de NSB
2. Hendrik Colijn en de ARP
3. Hendrik Colijn en de NSDAP
4. Josef Stalin en de CPN

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.

1. De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
2. De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
3. De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
4. De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?

1. Antisemitisme
2. Rassenleer
3. Dictatuur
4. Gelijkschakeling

Wie kregen de schuld van de Rijksdagbrand?

1. De Joden
2. De democraten
3. De nazi's
4. De communisten

Vraag: Welke drie opvattingen horen bij de ideeën van nationaalsocialisten in Duitsland in de jaren dertig? 

Verplaats de juiste letters naar het vak. 

Ideeën van nationaalsocialisten

geen ideeën van nationaal socialisten

De pers moet onder censuur worden geplaatst.

De socialistische arbeiders moeten meer inspraak krijgen in de politiek.

Er moeten gelijke rechten komen voor mannen en vrouwen.

Er moet worden samengewerkt met communistische jeugdorganisaties.

Het grondgebied moet worden uitgebreid.

Het leger moet worden herbewapend.

Wat hield de aanpassingspolitiek van Colijn in?

1. De uitkeringen verhogen en veel geld uitgeven
2. De uitkeringen bevriezen en bezuinigen
3. Veel geld lenen bij de bank en uitkeringen verhogen
4. Er op los bezuinigen en de uitkeringen verlagen

Wanneer was het Interbellum?

1. 1914 - 1940
2. 1914 - 1945
3. 1918 - 1939
4. 1919 - 1940

Lees de bron.
Welke zin is juist?

1. alle inwoners van Duitsland waren blij met deze wetten want nu wisten ze precies waar ze aan toe waren
2. deze wetten staan bekend als de Neurenberger wetten van 1935
3. deze wetten zijn gemaakt om de integratie van de mensen in Duitsland te bevorderen
4. Dit stond in de grondwet van de Weimar-Republiek

Wat hield de machtigingswet in?

1. Dat Hitler nu mocht regeren zonder parlement
2. Dat Hitler nu het hoofd was van de regering
3. Dat Hitler partijleider werd van de NSDAP
4. Dat Hitler hoofd van het leger werd

1919

1924

1929

1933

1938

Duitsland kreeg de schuld  vanWOI

Economische groei in Duitsland

Hitler komt aan de macht.

Beurskrach

Kristallnacht.

Wat is de boodschap van deze
spotprent?
(voor de buigende mensen staat
"democratische leiders zonder ruggengraat")

1. De tekenaar bespot Hitler, hij zou een clown zijn.
2. De tekenaar bespot Engeland en Frankrijk omdat ze toestaan dat Hitler steeds meer zijn gang gaat.
3. De tekenaar bespot Hitler voor het nemen van grotere stappen dat hij eigenlijk aankan.
4. De tekenaar bespot Engeland en Frankrijk omdat ze toestaan dat Hitler over hen heenloopt.

Wat is GEEN onderdeel van de aanpassingspolitiek?

1. werkverschaffings-projecten
2. NSB
3. Steun/ uitkeringen worden gekort
4. Stempelen

Hersenspoelen, dwang om bepaalde opvattingen te hebben is:

1. gelijkschakeling
2. propaganda
3. indoctrinatie
4. censuur

Vooraf controleren van de pers is:

1. Gelijkschakeling
2. Indoctrinatie
3. propaganda
4. censuur

De periode van 1918-1939 wordt ook wel het 'interbellum'. Wat zou interbellum beteken?

1. Na de oorlog
2. Tussen de oorlogen
3. Oorlogsvrij
4. Voor de oorlog

Gebruik de bron

→Waarom is deze afbeelding een voorbeeld van propaganda? Kies het juiste antwoord.

1. Je ziet allemaal hakenkruizen op de tekening. Blijkbaar was Hitler aan de macht toen deze afbeelding werd gemaakt. Dat is propaganda: aan de macht zijn.
2. Hitler ziet er stoer uit op deze afbeelding. Hij is niet bang, hij laat zien dat hij zijn volk zal leiden. Het is dus reclame voor Hitler, en dat is wat propaganda is: politieke reclame.
3. Je ziet op de tekening dat de zon schijnt. Dat betekent dat het goed gaat met de mensen. Als het goed gaat met mensen, zijn ze heel erg propaganda.
4. Hij heeft een heel leger bij zich, dat staat achter hem. Waarschijnlijk gaat hij iedereen die het niet met hem eens is, heel hard aanpakken. En dat is wat propaganda is: je tegenstanders uitschakelen.

De NSB werd in Nederland een grote politieke partij

1. Juist
2. Onjuist

Welk begrip past het beste bij de foto?

1. Gelijkschakeling
2. Antisemitisme
3. Indoctrinatie
4. Economische crisis

Wie was de leider van de NSB?

1. Hendrik Colijn
2. Abraham Kuyper
3. Adolf Hitler
4. Anton Mussert

Uit welk jaar kan dit verkiezingsaffiche geweest zijn?

1. 1935
2. 1926
3. 1930
4. 1939

Wat is een gevolg van de Neurenberger Wetten?

1. Joden raakten hun burgerrechten kwijt
2. Joden mochten niet meer met niet-Joden trouwen
3. A en B zijn allebei goed
4. Beiden zijn fout

Welk begrip wordt bedoeld?

1. antisemitisme
2. militarisme
3. persoonsverheerlijking
4. nationalisme

Wat is geen kenmerk van een totalitaire staat?

1. Tegenstanders worden opgesloten in strafkampen.
2. Journalisten mogen kritiek uiten op de overheid.
3. Er is een dictator aan de macht.
4. Op school leren kinderen over de staatsideologie. (Communisme of nationaalsocialisme)

Alle media controleren en alleen maar goed nieuws over jezelf of eigen partij laten horen, welk begrip?

1. Gelijkschakeling
2. Censuur
3. Propaganda
4. Rechtstaat

Waarom treden Frankrijk en Engeland niet op tegen Hitler?

1. Ze vinden Hitler wel aardig
2. Hitler is hun bondgenoot
3. Ze willen geen nieuwe oorlog
4. Ze hebben niks door

Koppel de juisten aan elkaar

Weimar-Republiek

Beurskrach

Nazi-ideeen zijn overal

Hitler is de grote leider

Rassenleer

Zwarte Donderdag

Indoctrinatie

Arische ras

Duitsland na WOI

Persoonsverheerlijking

Wie is dit en waar is hij de leider van?

1. Hendrik Colijn en de NSDAP
2. Adolf Hitler en de NSB
3. Anton Mussert en de ARP
4. Anton Mussert en de NSB

Wie wilden de nazi's nog meer uit de weg ruimen?

1. Het Arische ras en homo's
2. Homo's, zigeuners en gehandicapten
3. Homo's, zigeuners en het Arische ras
4. Slavische volkeren, het Arische ras en gehandicapten

En nu?

Leren voor de toets, tips: 

Lees paragraaf 3.1 tm 3.4 nogmaals. 

Bestudeer de begrippen, personen en de tijdbalk van paragraaf 3.5. 

Maak een samenvatting of mindmap van paragraaf 3.1 tm 3.5.

Check of je de leerdoelen onder de knie hebt, zet ze in de vragende vorm en geef antwoord. 

Doe lessen in Lesson-Up nogmaals.

Bekijk de filmpjes uit de studiewijzer.