In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe kreeg deze 16-jarige scholier een groot deel van de wereld zo ver om te staken? Hoe kwam het dat zij mocht spreken voor de Verenigde Naties?
Slide 2 - Tekstslide
Retorica: de kunst van het overtuigen
Het begrip retorica wordt ook wel 'redenaarskunst' of 'welsprekendheid' genoemd. Het is afgeleid van het Oudgriekse woord 'retor', wat 'spreker' of 'leraar' betekent. Een goed retor is iemand die zijn publiek op een schijnbaar natuurlijke manier van zijn standpunt weet te overtuigen.
Een standpunt verwoordt wat iemand ergens van vindt. In een tekst over pesten zou dat kunnen zijn: Ik vind dat pesten strenger moet worden bestraft. Synoniemen voor een standpunt zijn een bewering, mening, opinie, opvatting en stelling.
Wie overtuigend willen leren spreken, doet er verstandig aan eerst overtuigend te leren schrijven. De basis van een inhoudelijk sterk betoog - of dat nu gesproken of geschreven is - is namelijk een ijzersterke argumentatie!
Het begrip retorica wordt ook wel 'redenaarskunst' of 'welsprekendheid' genoemd. Het is afgeleid van het Oudgriekse woord 'retor', wat 'spreker' of 'leraar' betekent. Een goed retor is iemand die zijn publiek op een schijnbaar natuurlijke manier van zijn standpunt weet te overtuigen.
Retorica: de kunst van het overtuigen
Slide 3 - Tekstslide
Ethos
Pathos
Logos
Ethos
Je presenteert jezelf als een geloofwaardig, betrouwbaar, betrokken en deskundig persoon.
Hier gaat het om jou als persoon en waarom jouw mening belangrijk is.
Slide 4 - Tekstslide
Ethos
Pathos
Logos
Pathos
Welke emotie wil en ga jij oproepen bij de ander? Jouw overtuigingskracht is afhankelijk van het gevoel dat jij oproept.
Je speelt in op de gevoelens door beeldende taal, humor en woordgebruik.
Slide 5 - Tekstslide
Ethos
Pathos
Logos
Logos
Je doet een beroep op het verstand van de ander. De structuur en opbouw van je boodschap en de ondersteuning van bewijsmateriaal helpen om de ander te overtuigen dat je niet zomaar iets zegt, maar doordacht tot deze boodschap bent gekomen.
Slide 6 - Tekstslide
Ethos
Pathos
Logos
Wie ben jij? Wat is je betrokkenheid en ervaring bij het onderwerp?
Welk gevoel breng jij over?
Je kunt dat wel zeggen, maar waar blijkt het uit?
Slide 7 - Tekstslide
Argumenteren
Wat maakt een argument krachtig?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Ethos
Pathos
Logos
Natuurlijk, er zijn mensen met een bijnadoodervaring, maar je kunt je afvragen hoe betrouwbaar die zijn. We weten namelijk dat bewustzijn na overlijden technisch onmogelijk is, want daar zijn zenuwsignalen voor nodig.
Ik weet zeker dat 'knurps' geen Nederlands woord is, want dan had ik het als docent Nederlands wel geweten.
Hoe kun je beweren dat het verstandig is dat Cambuur en SC Heerenveen gaan fuseren? Een voetbalclub is meer dan een zakelijke onderneming. Generaties groeien op met hart voor hun club, hun kleuren, hun stad. Schaam je voor deze mening!
Slide 10 - Sleepvraag
Je staat in de schoenen van je ouders en je wilt de jongere van 14/15 jaar overtuigen om niet te gaan roken. Wat zeg je? Maak gebruik van ethos, pathos en logos.