Les 5 Maatschappijleer TL4

Programma

  1. 5.6 Straffen of voorkomen: uitleg (15 min.)
  2. Herhalingsvragen (5 min.)
  3. Kijkopdracht: Rechtszaak Helmer (20 min.)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma

  1. 5.6 Straffen of voorkomen: uitleg (15 min.)
  2. Herhalingsvragen (5 min.)
  3. Kijkopdracht: Rechtszaak Helmer (20 min.)

Slide 1 - Tekstslide

5.6 Straffen of voorkomen?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt zelf een (gerechtelijke) uitspraak doen en dit onderbouwen op basis van kennis over criminaliteit en de rechtszaak.
Je kunt onderscheid maken tussen verschillende soorten straffen die opgelegd kunnen worden.










• Je kunt het verschil tussen repressie en preventie uitleggen en dit toepassen op een bron.
•Je ken vijf verschillende doelen van straf en kunt beredeneren welke voorkeur linkse en rechtse politieke partijen hebben.
• Je kunt onderbouwen welke straf jij zou opleggen bij een gegeven bron. 


Slide 3 - Tekstslide

Soorten straffen
Als de rechter vindt dat iemand schuldig is, zijn er
verschillende mogelijkheden om te straffen. 

• Een hoofdstraf (geldboete, gevangenisstraf, taakstraf)
• Een bijkomende straf (bijvoorbeeld rijbewijs inleveren, beroepsverbod)
• Een speciale maatregel (bijvoorbeeld een schadevergoeding
betalen)


Slide 4 - Tekstslide

TBS 
  • Een speciale maatregel is tbs: de terbeschikkingstelling.
  • Tbs is bedoeld voor mensen die ontoerekeningsvatbaar zijn: het gepleegde delict kan de dader niet worden aangerekend vanwege een psychische stoornis.
  • Dit wordt na onderzoek vastgesteld door het Pieter Baancentrum in Utrecht. Hieraan kan de verdachte wel of niet meewerken.
  • De verdachte wordt dan behandeld in een tbs-kliniek. Verdachte komt pas vrij als de artsen verklaren dat ze genezen zijn. (Het wordt steeds met 5 jaar verlengd)





Slide 5 - Tekstslide

Stel je hebt een ernstig misdrijf begaan waar mogelijk 20 jaar cel of langer op staat? Ga je dan meewerken aan een psychologisch onderzoek?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Doel van straffen
  • Vergelding: tegemoet komen aan maatschappelijke roep om straf (gerechtigheid).
  • Afschrikking: ontmoedigen van potentiële daders.
  • Heropvoeding/resocialisatie: de dader moet zijn of haar gedrag verbeteren (denk aan TBS)
  • De samenleving veiliger maken: door een gevaarlijk iemand vast te zetten, kan iedereen zich veiliger voelen (bv. moordenaar, verkrachter)
  • Voorkomt eigenrichting (mensen gaan zelf rechter & beul spelen)


Slide 7 - Tekstslide

Jeugdstrafrecht
Voor jongeren is er het jeugdstrafrecht: strafrecht voor jongeren
tussen 12 en 18 jaar die een zwaar misdrijf plegen.
De nadruk ligt hierbij meer op voorkomen dat jongeren opnieuw in
de fout gaan.
Als je tussen 12 en 18 jaar oud bent en een licht misdrijf pleegt
kan de politie je naar Halt sturen.


Werk je mee, dan krijg je geen strafblad.


Slide 8 - Tekstslide

Welke functie van straffen is het duidelijkst bij jeugdstrafrecht?
A
Vergelding
B
Gedrag verbeteren
C
Bescherming van de maatschappij
D
Afschrikking

Slide 9 - Quizvraag

Welke functie van straffen past het beste bij linkse politieke partijen?
A
Vergelding
B
Gedrag verbeteren
C
Bescherming van de maatschappij
D
Afschrikking

Slide 10 - Quizvraag

2 aanpakken van criminaliteit: Repressie en preventie
Repressie is criminaliteit onderdrukken.
Repressie is handelen ná het delict. Veroordeelde criminelen
moeten langer de cel in. En er moeten extra agenten komen
en justitie moet meer geld krijgen

Preventie betekent criminaliteit voorkomen.
Preventie is handelen vóór het delict. Bijvoorbeeld door te zorgen
voor meer toezicht. Dan wordt er minder gestolen.
Of helpen van voormalige criminelen aan een baan.


Slide 11 - Tekstslide

Repressie
Preventie
Agressie training
Linkse partijen
Rechtse partijen
Hoge straffen

Slide 12 - Sleepvraag

Herhalingsvraag 1: welke rollen heb je allemaal bij een rechtszaak


Slide 13 - Open vraag

Herhalingsvraag 2: wat zijn de 7 stappen van een rechtszaak in de juiste volgorde?


Slide 14 - Open vraag

Stappen van een rechtszaak
  1. De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte
  2. De officier van justitie leest de aanklacht voor. De rechter, officier en advocaten stellen vragen aan de verdachte
  3. De rechter, officier van justitie en advocaten stellen vragen aan de getuigen.
  4. De officier van justitie legt nog eens uit waarom de verdachte schuldig is en eist een straf.
  5. De advocaat weerlegt de standpunten van de officier
  6. De verdachte krijgt als laatste het woord
  7. Bij eenvoudige zaken neemt de rechter meteen een beslissing (het vonnis). Bij andere zaken volgt het vonnis twee weken later.






Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat is het vonnis van de rechter?
Welke functie van straffen heeft hij vooral op het oog en welke niet?


Slide 17 - Open vraag

Op een onbewoond eiland
  1. Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid (ethos) in de gaten.
  2. Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
  3. Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
  4. Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.

Slide 18 - Tekstslide

Check-uit: wat is je bijgebleven van deze les?

Slide 19 - Woordweb