Taalvaardigheid 4GT, herhaling stof klas 3 deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Taalvaardigheid

In deze les ga je oefeningen maken die te maken hebben met taalvaardigheid, oftewel spelling en grammatica. De tot nu toe behandelde stof uit klas 3 en 4 komt aan bod.

Opdrachten

Deze les bestaat uit uitleg van de theorie en opdrachten.

De opdrachten bestaan uit theorie vragen (wat is de regel) en toepassingsvragen (hoe pas je de regel toe).

Opdracht

Neem de volgende zinnen. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet. Gebruik voor citaten de dubbele aanhalingstekens. Deze dus: "!

de rector zei ik heet jullie welkom op de eerste schooldag

mag ik uw pen even lenen vroeg jente aan de verkoper

de boze peuter krijste tegen zijn moeder ik wil niet mee naar het strand

oefening trema

Neem de volgende woorden over en plaats waar nodig een trema.

beinvloeden

deodorant

reeen

onderzeeer

geunifomeerd

chaotisch

oefening koppelteken

Neem de volgende woorden over en plaats waar nodig een koppelteken.

€teken

kleurentv

tachtigjarige

NoordAmerikaans

18jarige

benzineinjectiemotor

Trema en koppelteken

Neem de volgende woorden over en plaats waar nodig een trema of een koppelteken.

patienten

aardbeien

KLMvlucht

astmaaanval

petroleumstel

diplomauitreiking

Tussenletters

De volgende samenstellingen zijn bijzondere gevallen die geen -en als tussenletter krijgen. Noteer voor elke samenstelling om welke uitzondering het gaat.

blindedarm
Het eerste deel

1. gaat over iets waar er echt maar één van is
2. heeft ook een meervoud op -s
3. heeft een versterkende betekenis
4. is geen zelfstandig naamwoord

huilebalk
Het eerste deel

1. gaat over iets waar er echt maar één van is
2. heeft ook een meervoud op -s
3. heeft een versterkende betekenis
4. is geen zelfstandig naamwoord

keuzevrijheid
Het eerste deel

1. gaat over iets waar er echt maar één van is
2. heeft ook een meervoud op -s
3. heeft een versterkende betekenis
4. is geen zelfstandig naamwoord

pikkedonker
Het eerste deel

1. gaat over iets waar er echt maar één van is
2. heeft ook een meervoud op -s
3. heeft een versterkende betekenis
4. is geen zelfstandig naamwoord

lindebloesem
Het eerste deel

1. gaat over iets waar er echt maar één van is
2. heeft ook een meervoud op -s
3. heeft een versterkende betekenis
4. is geen zelfstandig naamwoord

zonnestelsel
Het eerste deel

1. gaat over iets waar er echt maar één van is
2. heeft ook een meervoud op -s
3. heeft een versterkende betekenis
4. is geen zelfstandig naamwoord

Welke onderdelen zou je nog extra uitleg over willen krijgen?