MA 1 Periode 4 Klinisch redeneren

Methodisch werken is:
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op de behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Methodisch werken is:
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op de behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkundig proces
  1. Gegevens verzamelen
  2. Verpleegkundige diagnose stellen
  3. Verpleegdoelen formuleren 
  4. Verpleegkundige interventies kiezen
  5. Uitvoeren verpleegkundige zorg
  6. Monitoren
  7. Evalueren van de zorg

Slide 2 - Tekstslide

Diagnostische fase: 1 + 2
Planningsfase: 3 + 4
Uitvoeringsfase: 5 en 6
evaluatiefase: 7
Welke aspecten bevat een verpleegprobleem?

P Verpleegproblemen zijn het uitgangspunt voor het plannen van verpleegkundige zorg
E Etiologie omvat alle oorzakelijke factoren van het verpleegprobleem. 
S Onder symptomen worden alle klachten en verschijnselen verstaan die bij het probleem kunnen optreden.

Slide 3 - Tekstslide

voorbeeld:
P: Mevrouw voelt zich eenzaam
E: partner overleden, zo ook veel vrienden
S: mevrouw is somber
Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
A
Verpleegproblemen die op dit moment zichtbaar en actueel zijn
B
Verpleegproblemen geformuleerd volgens de PES structuur
C
Verpleegproblemen die de verpleegkundige op basis van deskundigheid in de toekomst verwacht.

Slide 4 - Quizvraag

Je verpleegkundige zorg richt zich bij potentiele gezondheidsproblemen op het voorkomen van deze problemen.

actueel probleem: op basis van de klachten / verschijnselen die er op dat moment daadwerkelijk zijn


Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
Actuele verpleegproblemen zijn verpleegproblemen die zich op een bepaald moment voordoen, en door de verpleegkundige kunnen worden vastgesteld op basis van op dat moment aanwezige klachten en verschijnselen.

Potentiële verpleegproblemen zijn verpleegproblemen die zich nog niet voordoen, maar die de verpleegkundige op basis van haar deskundigheid in de toekomst verwacht.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een verpleegdoel?

Slide 6 - Open vraag

Het formuleren van verpleegdoelen is een hulpmiddel. Doordat je de gewenste situatie concreet en compleet beschrijft, is het onder andere mogelijk om:
te zorgen dat de interventies aansluiten bij het doel
de zorg te evalueren
De verpleegkundige en de zorgvrager weten zo waarnaartoe gewerkt moet worden.
Het evaluatietijdstip of de tijdslimiet geeft het tijdstip aan waarop het verpleegdoel bereikt moet zijn. Tijdslimieten moeten haalbaar zijn voor de zorgvrager en de verpleegkundige.
Waar staan de RUMBA eisen voor?
A
specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden
B
relevant, begrijpelijk, meetbaar, in termen van gedrag, haalbaar
C
relevant, uitvoerbaar, meetbaar, belangrijk, aantoonbaar
D
realistisch, uitvoerbaar, maatschappelijk, belangrijk, acceptabel

Slide 7 - Quizvraag

De RUMBA methode is een hulpmiddel om doelstellingen kwalitatief en krachtig te omschrijven. (verbetering van) 
R= relevant (ter zake doend)
Het doel moet relevant, actueel en ter zake doend zijn voor de persoon die het doel moet gaan bereiken.
U= understandable (begrijpelijk)
Het doel moet goed te begrijpen zijn voor alle betrokkenen. Het doel moet in begrijpelijke taal beschreven staan.
M= measurable (meetbaar)
Het doel moet uitgedrukt staan in getallen, maten, eenheden enz.. Het doel moet meetbaar/toetsbaar zijn. Hoelang wil je erover doen? Hoeveel meer wil je gaan verdienen?
B= behavioral (gedrag)
Een doel moet concreet waarneembaar zijn oftewel, het te bereiken doel moet goed te zien zijn.
A= attainable (haalbaar)
Het doel moet haalbaar zijn voor de persoon voor wie het doel bestemd is. Als degene die het doel moet bereiken er niet achter staat of het niet haalbaar vind is het geen goede doelstelling.
De verpleegkundige diagnose richt zich ook op de ziekte en wetenschappelijke onderbouwing.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke meetinstrumenten zijn er voor objectieve metingen?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een DOS lijst?
A
Dementie Observatie Schaal
B
Depressie Observatie Schaal
C
Delier observatie Schaal

Slide 10 - Quizvraag

Een delier is een verwardheid die binnen enkele uren tot dagen ontstaat. Iemand is verward, praat vaak warrig en kan de aandacht er niet bij houden. Plotseling is zijn/haar gedrag anders dan u gewend bent: opgewonden en onrustig. Of juist stil en teruggetrokken.

Bij ouderen is een delier meestal het gevolg van een lichamelijke ziekte of het gebruik van geneesmiddelen. Symptomen zijn angst, onrust, veranderd gedrag, wisselend bewustzijn, moeite met concentratie en aandacht en hallucinaties.
Welke screeningsinstrumenten kun je als verpleegkundige gebruiken om de ADL- ondersteuning te screenen? (2 antwoorden zijn juist)
A
Body Mass Index
B
Barthel Index
C
GARS
D
Slaapdagboek

Slide 11 - Quizvraag

Groningen Activiteiten Restrictie Schaal
VAS staat voor
A
Visueel Analoge Schaal
B
Visueel Antipijn Schaal
C
Visueel Acceptabele Schaal

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Instrumenten - observatielijsten
Pijnschaal ( VAS)
Decubitusschaal ( Braden, Norton)
DOS ( Delier observatieschaal)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de vitale functies?
A
Hartfrequentie, bloeddruk, niet pluis gevoel, temperatuur en bewustzijn
B
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
C
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
D
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en bewustzijn

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vitale functies
Ademhaling
Bloeddruk
Hartslag
Temperatuur
Bewustzijn

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewaken vitale functies
Observeren
Aan de zorgvrager kun je signalen opvangen van ongemak, pijn, klachten, braken, enz.…
Meten
Bloeddruk
Pols
Temperatuur
Ademhaling
(Lichaamsgewicht i.c.m. lichaamslengte )

Verpleegkundige voert uit en interpreteert
Arts interpreteert en zet beleid uit

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bedcomplicaties
ken je nog?

Slide 17 - Woordweb

complicaties van bloedsomloop:
- trombose, embolie, flauwvallen

ademhaling: pneumonie (aspiratie en hypostatische pneumonie (doordat zv niet goed doorademd onderste gedeelte wordt niet geventileerd)

huid: decubitus, smetten

Uitscheiding: urineretentie, obstipatie





Wat is voor jou een
niet-pluisgevoel ?

Slide 18 - Woordweb

niet handelen op intuïtie

spontaan opkomend alarmerend gevoel van alertheid en is het resultaat van intuïtieve kennis.

Soms kun je niet benoemen wat er mis is, maar voel je toch dat er iets veranderd is of dat er iets niet klopt