H4 LWEO HH 3HAVO

H4 Een eigen bedrijf
 Voor jezelf beginnen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Een eigen bedrijf
 Voor jezelf beginnen

Slide 1 - Tekstslide

H4 Voor jezelf beginnen
  • We herhalen de lesstof van hoofdstuk 4
  • Financieel plan: begroting, SWOT, marketing plan, vormen van promotie
  • Video ondernemingsvormen
  • Video  Kvk over het starten van een eigen bedrijf

Slide 2 - Tekstslide


Verschil tussen werknemer en ondernemer
Eigen baas of in loondienst?

  • De meeste mensen werken in loondienst en zijn werknemer. Je hebt meestal een vast salaris en je krijgt doorbetaald bij ziekte en vakantie. Dit geeft zekerheid.

  • Een zelfstandig ondernemer is iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient. Je hebt dan meer vrijheid en je kunt er goed geld mee verdienen. Maar het is wel minder zeker en je kunt zelfs failliet gaan.







Slide 3 - Tekstslide


Verschil tussen werknemer en ondernemer
  • Werknemer: betaalde baan in loondienst
  • Doorbetaling bij zieke en vakantie (zekerheid)

  • Ondernemer: eigen bedrijf, ondernemingsvorm
  • eigen vrijheid (werktijden)
  • Goed verdienen, maar onzekerheid over inkomen (mindere tijden)
  • Uiteindelijk faillissement zou mogelijk zijn 

Slide 4 - Tekstslide


Verschil tussen werknemer en ondernemer

  • Een zzp’er is?
  • Een zelfstandig ondernemer zonder personeel.


  • Een ondernemer met personeel in loondienst is?
  • Een werkgever.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe start je een eigen bedrijf?


  • Idee en bedrijfsnaam niet voldoende
  • Vergunningen bij gemeente (plaats) en diploma's
  • Inschrijven bij KVK (Kamer van Koophandel)
  • Belasting afdragen als bedrijf (BTW)
  • Start als ZZP naar eenmanszaak met meer personeel


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Wat staat er in een ondernemingsplan:
Als je een bedrijf start moet je goed nadenken hoe je alles gaat aanpakken. Dit schrijf je op in een ondernemingsplan.

  • Bedrijfsidee
  • Persoonlijke kwaliteiten
  • Financieel plan
  • Marketingplan
  • Organisatie van het bedrijf

Slide 9 - Tekstslide


Wat staat er in een ondernemingsplan:

  • Het bedrijfsidee -> het product of de dienst
  • Financieel plan -> hoeveel geld is er nodig
  • Organisatie van het bedrijf -> wie doet wat
  • Marktonderzoek en het marketingplan
  • Persoonlijke gegevens -> het curriculum vitae (cv)  

Slide 10 - Tekstslide

Financieel plan

  • I investeringsbegroting

      wat heb je nodig?/ "boodschappenlijstje"

  • II resultatenbegroting

      wat ga je verdienen?

  • III financieringsplan

      waar betaal je alles van? (hoe "financieer" je alles?)

Slide 11 - Tekstslide

I: Investeringsbegroting

Overzicht van de verwachte uitgaven (voor investeringen)

om een bedrijf te kunnen starten.

Bijvoorbeeld:

gebouw

* transportmiddelen

* inventaris

* voorraad goederen

* banksaldo
* kassaldo 

Slide 12 - Tekstslide


III:Financieringsplan:


Eigen vermogen

Vreemd vermogen

* lening bank

* lening ouders

---------------------  +

Totale financieringsbehoefte

Slide 13 - Tekstslide

II: Resultatenbegroting
Een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten.

Slide 14 - Tekstslide

Resultatenbegroting:


Omzet

Inkoopwaarde     -/-

------------------  --

Brutowinst

Bedrijfskosten     -/-

------------------  --

Nettowinst

* Omzet = afzet x verkoopprijs

* Afzet = aantal stuks

* Omzet = verkoopopbrengst



* Voorbeelden van bedrijfskosten: Loon, afschrijving, huur, vervoer, reclamekosten, verzekering  etc.


* Negatieve nettowinst noemen we een nettoverlies.

Slide 15 - Tekstslide

OMZET=
inkoopwaarde
Brutowinst
Bedrijfskosten
Nettowinst

Slide 16 - Tekstslide

OMZET= 4580
inkoopwaarde
= 2400
Brutowinst
=?
Bedrijfskosten
=?
Nettowinst
= 840

Slide 17 - Tekstslide

OMZET= ??
inkoopwaarde
= 3800
Brutowinst
=?
Bedrijfskosten
=4200
Nettowinst
= 2100

Slide 18 - Tekstslide

Kans in omgeving
Sterke kant van eigen organisatie
Zwakke kant van eigen organisatie
Bedreiging in omgeving

Slide 19 - Tekstslide

Mbo- en hbo-studenten worden steeds beter opgeleid
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 20 - Quizvraag

Verhoging van het btw-tarief
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 21 - Quizvraag

Een niet goed werkend voorraadsysteem
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 22 - Quizvraag

R&D afdeling (research & development) heeft materiaal ontwikkeld dat goed te recyclen is.
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 23 - Quizvraag

De rente is gestegen, dus duurder om vreemd vermogen aan te trekken
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 24 - Quizvraag

Een ander bedrijf met aanvullende diensten heeft interesse
om samen te werken
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 25 - Quizvraag

Een concurrent gaat failliet
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 26 - Quizvraag

Ook door de goede werksfeer, reageren er goede sollicitanten op de vacatures
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 27 - Quizvraag

Prijsverhoging in de markt
A
S: Sterke kant van eigen organisatie
B
W: Zwakke kant van eigen organisatie
C
O: Kans in de omgeving
D
T: Bedreiging in de omgeving

Slide 28 - Quizvraag

Marketingmix


Naast de 4 P's, nog twee extra P's: Personeel en Presentatie

Slide 29 - Tekstslide

Soorten promotie
Massamedia
Direct marketing
Online marketing

Slide 30 - Tekstslide