Oefentoets woordenschat H1+2 GL
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Na regen komt zonneschijn =
Slide 2 - Open vraag
2. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd =
Slide 3 - Open vraag
3. De burgemeester stond niet positief of negatief, maar ... tegenover het voorstel.
Slide 4 - Open vraag
4. Ik vind deze film een beetje ... Zullen we iets anders kijken?
Slide 5 - Open vraag
5. Welke zin heeft een figuurlijke betekenis?
A
De huisarts vroeg of ik het achterste van mijn tong wilde laten zien, toen ik keelontsteking had.
B
Ik laat niet snel het achterste van mijn tong zien, maar nu wilde ik mijn probleem wel vertellen.
Slide 6 - Quizvraag
6. Welke zin heeft een figuurlijke betekenis?
A
Om de wasmachine te verplaatsen, moet je er een touw aan vastknopen.
B
De leraar legde iets over het naamwoordelijk gezegde uit, maar ik kon er geen touw aan vastknopen.
Slide 7 - Quizvraag
7. Welke zin heeft een figuurlijke betekenis?
A
Mijn zusje kan bij veel mensen wel een potje breken.
B
Je moet dit servies goed inpakken, want anders kan er een potje breken.
Slide 8 - Quizvraag
8. De dupe zijn =
Slide 9 - Open vraag
9. Voor het lapje houden =
Slide 10 - Open vraag
10. In het heetst van de strijd =
Slide 11 - Open vraag
11. Gevaarte =
Slide 12 - Open vraag
12. Installatie =
Slide 13 - Open vraag
13. Met vlag en wimpel =
Slide 14 - Open vraag
Ik ben goed genoeg voorbereid voor de toets woordenschat H1+2
Ja!
Bijna. Nog een paar puntjes op de i.
Neh, ik moet nog hard gaan studeren.
