Onderwijs en Media

VAN MASSA TOT DOELGROEP
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExcelBeroepsopleiding

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

VAN MASSA TOT DOELGROEP

Slide 1 - Tekstslide

DE MASSA
'orgeordende hoeveelheid stof'
- mensen/producten/gewicht
- negatieve connotatie
- gevaar voor de elite

"Mijn hemel een borst op televisie"

Slide 2 - Tekstslide

HET PUBLIEK
Beweging van massa naar publiek
- Uniforme massa is nu pluriforme publiek

Modern publiek
- Geen massa meer
- Veelvoudig en veelzijdig
- Publiek kan bron/gebruiker van media zijn

Slide 3 - Tekstslide

Publieksgroepen & doelgroepen
In welke categorieën kunnen we publieksgroepen verdelen?
Noem maar op!

Slide 4 - Tekstslide

Publieksgroepen & doelgroepen
Leeftijd, sekse, inkomen, opleiding, woongebied.
Lifestyle, betrokkenheid, interesse.
Soort mediagebruikt (keuze van bronnen en tijdsbesteding)
Soort zakelijke contacten/beroep

Slide 5 - Tekstslide

Het verschil
Doelgroep
Een geselecteerde groep consumenten, beslissers of bedrijven die een zender gericht wil benaderen.

Publieksgroep
Iedere verzameling van burgers, consumenten of organisaties die voor een zender belangrijk kan zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Kijk naar je buurman of buurvrouw!
In welke doel/publieksgroep zou je hem/haar in plaatsen
Schrijf wat woorden op!

Slide 7 - Open vraag

DE BOODSCHAP

Slide 8 - Tekstslide

Teken en code
                                                                                                            Wat?

Slide 9 - Tekstslide

Teken en code
Het teken = staat voor iets met een boodschap/betekenis
Code = Een versleuteld iets waar jij achter moet komen

Slide 10 - Tekstslide

Teken en code
Het teken = staat voor iets met een boodschap/betekenis
Code = Die boodschap is versleuteld

Teken: Een rood licht betekent iets in het verkeer
Teken --> decoderen --> Code: SHIT IK MOET REMMEN
 

Slide 11 - Tekstslide

novi jezik koji svi govore!

Slide 12 - Tekstslide

novi jezik koji svi govore!
Dat is Kroatisch voor: "de nieuwe taal die iedereen spreekt"

Slide 13 - Tekstslide

De vier aspecten van analyse
Referentiële aspect
- de inhoud
Expressieve aspect
- hoe zeg je iets
Relationele aspect
- u of jij
Appèllerende aspect
- aansporen

Slide 14 - Tekstslide