Les 1

Fictie: Korte verhalen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fictie: Korte verhalen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is fictie eigenlijk?

Slide 2 - Open vraag

Fictie/ non fictie
Verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is lezen belangrijk?

Slide 4 - Open vraag

 Waarom is lezen belangrijk?
* Lezen vergroot je wereld
Door te lezen doe je kennis op van andere culturen, gebruiken , gewoontes, gedachtegangen, zienswijzen etc.

* Lezen vergroot het empathisch vermogen

* Lezen vergroot de woordenschat

Slide 5 - Tekstslide

Fictie/ korte verhalen

1. Wat gaan we doen?

2.  Leerdoelen

Slide 6 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
* Je leest twee korte verhalen

* Je maakt aantekeningen (uitleg volgt)

* Je maakt bij één van de verhalen een uitgebreide mindmap
die je mag laten meetellen voor een extra cijfer (telt dan 1x).

Slide 7 - Tekstslide

Planning:
Wat: Korte verhalen lezen en analyseren.
Mindmap maken.
Waarom: Je maakt kennis met een aantal literaire begrippen.
Je vergroot je belevingswereld.
Hoe: Tijdens instructielessen behandelen we begrippen die je moet kennen en kunnen toepassen.
Tijdens daltonuren en lessen kun je lezen en aan de opdracht werken.
Tijd: deze week (23) en volgende week(24), mindmap inleveren week 25

Slide 8 - Tekstslide

De theorie die wordt behandeld:
* Personages
* Thema
* Tijd
*Ruimte

Deze vier begrippen verwerk je sowieso in je mindmap.

Leerdoelen:

Je kunt na het lezen van een kort verhaal iets vertellen over de personages, het thema en de ruimte in dat verhaal.

Slide 9 - Tekstslide

Eisen mindmap
  • Netjes en overzichtelijk!
  • Gebruik kleur
  • Voeg tekeningen of afbeeldingen toe
  • Beschrijf de personages
  • Beschrijf ruimte
  • Beschrijf tijd

Slide 10 - Tekstslide

Personages (1)
Een personage in een verhaal omschrijf je door de belangrijkste eigenschappen te noemen. 
Die eigenschappen vind je letterlijk in de tekst, of je leidt het karakter af door wat hij/zij zegt of doet. We zoeken dan naar zoveel mogelijk kenmerken van een personage: uiterlijk, man/vrouw, leeftijd, karakter…

Slide 11 - Tekstslide

Personages (2)
Je noteert niet alleen de eigenschappen+ karakter, maar ook:


-hoofdpersoon of bijpersoon (+waarom)

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht: nu starten
1. Pak een pen (papier krijg je).

2. Lees het verhaal 'Voor vrienden door het vuur".

3. Noteer alle personages die je tegenkomt in het verhaal.

Slide 13 - Tekstslide

Volgende les:
* Heb je het verhaal 'Voor vrienden door het vuur gelezen" en aantekeningen gemaakt over de personages in het verhaal.

* Bespreken we de begrippen tijd en ruimte
en werk je het verhaal verder uit.

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les:
* Heb je het verhaal 'Voor vrienden door het vuur gelezen" en aantekeningen gemaakt over de personages in het verhaal.

* Bespreken we de begrippen tijd en ruimte
en werk je het verhaal verder uit.

Slide 15 - Tekstslide