begrijpend lezen en woordenschat

Doel van deze les:

  • Ik weet hoe ik beter kan worden in begrijpend lezen.
  • Ik weet hoe ik het snelste leer.
  • Ik weet hoe ik achter de betekenis van moeilijke woorden kom.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Doel van deze les:

  • Ik weet hoe ik beter kan worden in begrijpend lezen.
  • Ik weet hoe ik het snelste leer.
  • Ik weet hoe ik achter de betekenis van moeilijke woorden kom.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video


Hoe kun je begrijpend lezen oefenen?
 
  1. Gewoon veel lezen!
  2. Gerichter oefenen

En dat laatste gaan wij tijdens deze les doen!

Slide 3 - Tekstslide

Pak je nieuwsbegriptekst erbij over Pasen.
Lees de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Benoem de belangrijkste woorden uit de tekst: "Waarom eten we met Pasen paaseieren?"

Slide 5 - Open vraag

Schrijf hieronder een samenvatting van de tekst:
-maak gebruik van de belangrijkste woorden
- per alinea max. 2 zinnen

Slide 6 - Open vraag

Maak zelf een soort quiz.
Stel een vraag en schrijf hieronder 1 vraag en het antwoord op.

Slide 7 - Open vraag

Stel nog eens een wie, wat, waar, waarom, waardoor vraag en geef het antwoord. Beide hieronder opschrijven.

Slide 8 - Open vraag

Vraag 3 en antwoord maken hieronder.

Slide 9 - Open vraag

Vraag 4 en antwoord hieronder

Slide 10 - Open vraag

Vraag 5 hieronder maken en het antwoord geven.

Slide 11 - Open vraag

Weet je dat?
  • Deze manier van zelf vragen en antwoorden bedenken, de snelste manier is om iets te leren.
  • Vergeet dat niet als je nog eens huiswerk krijgt dat je moet leren.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf hieronder eens een moeilijk woord op uit de tekst.

Slide 13 - Open vraag

Moeilijke woorden
  • lees in de tekst een stukje terug en een stukje verder
  • helpt dat  niet om het woord te begrijpen, zoek dan de betekenis op. (internet/ woordenboek)
  • klopt de betekenis in de zin?

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf hieronder 2 moeilijke woorden uit de tekst en de betekenis van het woord.

Slide 15 - Open vraag

Moeilijke woorden
  • gebruik de geleerde woorden, van de week eens paar keer in je gesprek (aan tafel) tegen anderen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 17 - Open vraag