Aantrekkelijk formuleren

Voorbereiding examen Schrijven:
Formuleren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding examen Schrijven:
Formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Tip voor verduidelijking
1 - vervang moeilijke woorden
2 - vervang vaktermen
3 - maak de zin korter
4 - formuleer positief
5 - gebruik geen afkortingen

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn vaktermen?

Slide 3 - Woordweb

Doel van deze les
  • Aan het einde van de les kun je aantrekkelijk formuleren.

Slide 4 - Tekstslide

Je wilt dat mensen je tekst lezen. Hoe doe je dat? 


Met de volgende tips: 

Slide 5 - Tekstslide


1. Begin niet elke zin hetzelfde (niet elke zin het onderwerp vooraan) 


Dus niet: 
Ik ben op school. Ik maak huiswerk. Ik ga zo een broodje eten.

Gebruik voegwoorden!

Slide 6 - Tekstslide

Herschrijf:
Ik ben op school. Ik maak huiswerk. Ik ga zo een broodje eten.

Slide 7 - Open vraag

2. Gebruik verwijswoorden en synoniemen of korte omschrijvingen >> geen herhaling en minder saai.

Verwijswoorden > dit, deze, hij, hun 

Ben je toe aan vakantie? Boek je vakantie bij ons. Wij bieden allerlei soorten vakanties aan: sportieve vakanties, zonvakanties en culturele vakanties -->

Slide 8 - Tekstslide

Ben je toe aan vakantie? Boek je vakantie bij ons.
Wij bieden allerlei soorten vakanties aan:
sportieve vakanties, zonvakanties en
culturele vakanties

Slide 9 - Open vraag

3. Pas op met lange zinnen! 

Niet langer dan 20 woorden! 

Slide 10 - Tekstslide

Het bedrijf waar ik stage loop heet Jansen en het bedrijf is in Utrecht waar het bedrijf 150 medewerkers heeft en de medewerkers zijn verdeeld over drie afdelingen.

Slide 11 - Open vraag

4. spreek je lezer persoonlijk aan.
4. Formuleer actief en direct! 

Direct: Spreek de lezer persoonlijk aan
 
Actief: Gebruik niet te veel werkwoorden in een zin. 

Zo voelt lezer zich aangesproken 

Slide 12 - Tekstslide

Actief of passief?
Aanmeldingen die voor 23 februari zijn ingediend, kunnen alsnog in behandeling worden genomen.
A
actief
B
passief

Slide 13 - Quizvraag

Actief of passief:
Iedere ochtend wordt de poes (door mij) gevoerd.

A
actief
B
passief

Slide 14 - Quizvraag

Maak hem actief:
Iedere ochtend wordt de poes door mij gevoerd.

Slide 15 - Open vraag

5. Stel vragen en geef voorbeelden!

Goede zinnen maken lastig? Echt niet! Begin bijvoorbeeld met een leuke vraag. 

Slide 16 - Tekstslide

6. Tip 5 Vermijd clichés, modewoorden en omslachtige formuleringen.

Clichés: jij bewaakt het fort. >>> wat ?? 
modewoord: het feest was epic 

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb er lang over nagedacht en het
is me uiteindelijk toch gelukt
om een goede openingszin te bedenken.

Slide 18 - Woordweb

Laatste slide. 
Hoe doe je dit commercieel? 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide