4.2 Listening - To be going to

Friday the 29th of January

M2D
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Friday the 29th of January

M2D

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je:
  • Toekomende tijd maken met 'to be going to'.
  • Uitleggen wanneer je de toekomende tijd vorm gebruikt.
  • Vragen & ontkenningen maken met 'to be going to'

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden ook alweer?

Slide 3 - Open vraag

Welke persoonlijke voornaamwoorden horen bij welke vorm van 'to be'?
Am
Are
Is
I
You
He
She
It
We
They

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Video

To be going to
Als je iets wilt voorspellen of als je een plan hebt voor de toekomst.

  • am / is / are                                              I am going to visit my friend.
  • going to                                                     She is going to watch tv.
  • werkwoord                                               We are going to play football.

Slide 6 - Tekstslide

To be not going to
Ontkennende zin:
I am NOT going to walk home.
He is NOT going to listen to you -> isn't
We are NOT going to watch that movie -> aren't

Slide 7 - Tekstslide

Questions
Vragende zinnen:
Am I going to pass the test?
Is she going to drive home?
Are we going to live together?

Slide 8 - Tekstslide

He__________ going to sing that song.
A
am
B
is
C
are

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer gebruik je 'to be going to'?
  • als je een plan hebt voor de toekomst;
  • er een duidelijke aanwijzing is dat iets gaat gebeuren.

Slide 10 - Tekstslide

  • Plan voor de toekomst

Example:
I am going to throw spiders at children tomorrow.
  • Duidelijke aanwijzing dat er iets gaat gebeuren 

Example:

Look at the clouds. It is going to rain!


Slide 11 - Tekstslide

De vorm (bevestigend)
I
am 
going to
hele werkwoord
He/she/it
is 
going to
hele werkwoord
we/you/they
are 
going to
hele werkwoord

Slide 12 - Tekstslide

De vorm (ontkennend)
I
am not
going to
hele werkwoord
He/she/it
is not
going to
hele werkwoord
We/you/
they
are not
going to
hele werkwoord

Slide 13 - Tekstslide

De vorm (vragend)
Am
I
going to
hele werkwoord
Is
he/she/it
going to
hele werkwoord
Are
we/you/they
going to
hele werkwoord

Slide 14 - Tekstslide

Sarah and Jack________ going to buy that house.
A
am
B
is
C
are

Slide 15 - Quizvraag

My father___________going to clean the car.
A
am
B
is
C
are

Slide 16 - Quizvraag

Vul een vorm van TO BE GOING TO in.
We...............travel to Canada next year.

Slide 17 - Open vraag

Vul een vorm van TO BE GOING TO in.
It .......................... snow tomorrow.

Slide 18 - Open vraag

Vul een vorm van TO BE GOING TI in.
I ............... move to England next month.

Slide 19 - Open vraag

Jacob ... work out at the gym.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 20 - Quizvraag

The doctor ... give us the results.
A
am going to
B
are going to
C
will
D
is going to

Slide 21 - Quizvraag

... they going to help her?
A
Is
B
Will
C
Am
D
Are

Slide 22 - Quizvraag

Lisa and I ... play outside today.
A
am not going to
B
is not going to
C
are not going to
D
will not

Slide 23 - Quizvraag

Homework 4.2
  • Maken: alles van 4.2
  • Leren: blz: 156, 157 & 158


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide