Hij schreef aanvankelijk wel eerst ridderromans, maar na 1266 ontstond zijn belangrijke werk: Der naturen Bloeme (over de natuur), De Rijmbijbel (bijbelse geschiedenis) en de Spieghel Historiael (geschiedenis). Hij probeerde alles zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven, maar wetenschappelijk stellen de werken niet veel voor. Ze geven wel een aardig idee van het wereldbeeld van de middeleeuwer.