Schuimen

MOLECULAIRE GASTRONOMIE
Wetenschap in de keuken


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MOLECULAIRE GASTRONOMIE
Wetenschap in de keuken


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Nadat je dit hoofdstuk hebt doorgenomen ken/kun je:

  • de moleculaire interacties tussen eiwitten en koolhydraten die aan de basis staan van een schuim. 
  • met de kennis opgedaan in dit hoofdstuk de vorming van andere schuimen die niet zijn behandeld begrijpen. 
  • drie processen die voor de stabiliteit van schuimen zorgen. 
  • de ideeën achter moleculair gastronomische schuimen.
Leerdoelen van dit deel

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de levensmiddelen naar de juiste plek
Schuim
Geen schuim

Slide 6 - Sleepvraag

Een wetenschappelijke definitie
Een schuim is een 
dispersie 
van gas in een 
continue fase
combinatie van de basiscomponenten water, eiwitten, koolhydraten en vetten.
een mengsel waarbij een stof fijn verdeeld is in een andere stof

Slide 7 - Tekstslide

Mengen van stoffen

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn 2 categorie schuim, alle 2 met eiwit als basis:

  • Schuimen die gebaseerd zijn op eiwitten en koolhydraten. 
  • Schuimen die gebaseerd zijn op eiwitten en vetten.
categories schuim

Slide 9 - Tekstslide

  • Het dient als emulgator 
 
  • Het zorgt ervoor dat het schuim stabiel blijft wanneer het is opgeklopt

  • Door de denaturatie van het eiwit in de warme oven, wordt het schuim nog stabieler.
De rol van eiwit in een schuim

Slide 10 - Tekstslide

Bij mayonaise meng je olie, mosterd en eigeel. Waarin verwacht je dat de emulgator zal zitten?
A
olie
B
mosterd
C
eigeel
D
water

Slide 11 - Quizvraag

Welk van de onderstaande uitspraken is/zijn juist?
1) Een emulsie is een mengsel van water en vet
2) Een emulsie bevat een emulgator
A
(1) Juist (2) Juist
B
(1) Onjuist (2) Juist
C
(1) Juist (2) Onjuist
D
(1) Onjuist (2) Juist

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noem je het proces waarbij eiwitten van vorm veranderen?
A
Enzymatische reactie
B
Stollen
C
Denatureren
D
Chemische reactie

Slide 13 - Quizvraag

Op volgorde van grootte:

  1. Aminozuren: de bouwstenen
  2. Peptiden: een paar aminozuren aan elkaar (max 50)
  3. Eiwitten: een groot en complex aminozuurketen  

Eiwitten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video



  • Primaire structuur: de aminozuursequentie, de keten wordt bij elkaar gehouden door covalente bindingen (peptidebinding

  • Secundaire structuur: de lokale vouwing in driedimensionale structuurelementen, zoals de α-helix en de β-sheet (primair H-bruggen)

  • Tertiaire structuur: de vouwing van het eiwit als geheel. Stabilisatie treedt op door aantrekkingskrachten tussen de zijketens van de ingebouwde aminozuren, zoals hydrofobe interacties, ion-interacties en zwavelbruggen
Eiwit opbouw

Slide 20 - Tekstslide

Veranderen van de structuur van een eiwit:  
  • temperatuur verhogen  
  • pH te verlagen (zuurgraad)

Waterstofbruggen en zwavelbruggen worden dan verbroken, waardoor het opgerolde eiwitmolecuul zich ontvouwt 

Een gedenatureerd eiwit neemt meestal een andere ruimtelijke structuur aan nadat de pH of temperatuur weer normaal zijn geworden.

Denatureren van een eiwit

Slide 21 - Tekstslide

Gedenatureerd eiwit

Slide 22 - Tekstslide

Er zijn drie processen die grotendeels de stabiliteit van het schuim bepalen:

  • Drainage (vloeistof die de continue fase van het schuim vormt, tussen de gasbellen uitloopt --> instabiel schuim)

  • Disproportionatie (het gas in de luchtbellen verplaatst zich door drukverschil --> schuim verdwijnt.) 

  • Coalescentie (De dunne film tussen de twee luchtbellen breekt en de druppels vormen samen één nieuwe druppel)
Stabiliteit van schuimen

Slide 23 - Tekstslide

Maak de volgende opdrachten

  • Opdracht 48 De microstructuur van een meringue
  • Opdracht 49
  • Opdracht 50
  • Opdracht 51 Eiwitdenaturatie
  • Opdracht 52 Suiker in schuim
  • Opdracht 55 Volume van luchtbellen
  • Opdracht 56 Slagroom
  • Opdracht 57 Stabiliteit van schuimen en emulsies vergelijken
  • Opdracht 58
Aan het werk
timer
40:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide