Meervouden

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heute: Donnerstag den 4. März
Lernbox 1 wiederholen 
Grammatik B besprechen 
Aufgaben machen

Slide 2 - Tekstslide

Nach dem Lernen: Welches Wort findest du am schwierigsten? LB1

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het meervoud?

Slide 5 - Woordweb

Hoe maken we in het Nederlands de meervoudsvorm? (denk aan vrouw, baby, museum (2 mogelijkheden), groente, twee en politicus)

Slide 6 - Open vraag

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -e (en mogelijk umlaut)?

Slide 7 - Woordweb

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -n, -en of -nen?

Slide 8 - Woordweb

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -e?

Slide 9 - Woordweb

Wat weet je al van het Duits? Van gebeurt er met woorden in het mv die in het ev op -en, -el, -er eindigen?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Het meervoud bij het mannelijk geslacht 
Regel: woord + e (+ mogelijk een umlaut)
Alleen de a, o, u, au kunnen een umlaut krijgen! (bij  het mannelijk geslacht)
voorbeelden:                                                     



Uitzondering! 
Woorden in het ev op -en, -el, -er krijgen geen uitgang bij het mv!
Voorbeeld:


der Sohn
die Söhne
der Baum
die Bäume
der Tisch
die Tische
der Wagen
die Wagen

Slide 12 - Tekstslide

Het meervoud bij het vrouwelijke geslacht
Hoofdregel: woord + -n, -en, -nen
Voorbeelden:                                
die Schule
die Schulen
die Frau
die Frauen
die Löwin
die Löwinnen

Slide 13 - Tekstslide

Het meervoud bij onzijdige woorden
Regel: woord + e
Voorbeeld:                                   
Uitzondering! Woorden die eindigen op -en, el, -er krijgen geen uitgang bij het mv. 
das ZImmer
die Zimmer

Slide 14 - Tekstslide

Let op! Uitzonderingen
Er zijn een hele hoop uitzonderingen. Zie hiervoor het woordenboek. Hieronder een aantal voorbeelden:
der Tag
die Tage
der Baum 
die Bäume
die Mutter
die Mütter
die Kamera
die Kameras
das Brot
die Brote
das Fass
die Fässer
die Hose
die Hosen
der Hut
die Hüte
das T-Shirt
die T-Shirts

Slide 15 - Tekstslide

Aufgaben
Ihr macht jetzt Aufgaben 20 und 21
Online auf Malmberg 

Slide 16 - Tekstslide

Hausaufgaben
Für Dienstag den 9. März
Lernbox 1 lernen
Grammatik A + B lernen 
Aufgaben 20 und 21 machen 

Slide 17 - Tekstslide