Werkwoorden 13/01
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe voel je je?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Welke dag is het vandaag?
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Slide 3 - Poll
Wat is de datum van vandaag?
Slide 4 - Open vraag
Welke werkwoorden ken je?
Slide 5 - Woordweb
Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
lopen
zingen
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
bal
ik
shoppen
lopen
dansen
strijken
fietsen
geeft
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
Het werkwoord: dansen
dans
danst
dansen
Slide 8 - Sleepvraag
Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
Zingen
zing
zingt
zingen
Slide 9 - Sleepvraag
Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
fietsen
fiets
fietst
fietsen
Slide 10 - Sleepvraag
Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
zwemmen
zwem
zwemt
zwemmen
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Ik ... de bal.
A
voetbalt
B
voetbal
C
voetballen
Slide 13 - Quizvraag
Ik ..... op de stoel.
A
zit
B
zitten
Slide 14 - Quizvraag
Jullie ... in de klas.
A
zit
B
zitten
C
leer
D
leren
Slide 15 - Quizvraag
Hij ... in een huis
A
woont
B
woon
C
wonen
Slide 16 - Quizvraag
Hij ... naar de meester.
A
kijk
B
kijkt
C
kijken
Slide 17 - Quizvraag
Wij ... naar het bord.
A
zit
B
kijken
C
kijk
D
kijkt
Slide 18 - Quizvraag
Ik ..... op het papier.
A
schrijft
B
schrijf
C
schrijven
Slide 19 - Quizvraag
Zij (1 persoon)
.... een boek.
.... een boek.
A
lezen
B
lees
C
lees
Slide 20 - Quizvraag
De leerlingen ... naar de sportles.
A
lopen
B
loopt
C
loop
D
lop
Slide 21 - Quizvraag
Ik ... door het veld.
A
loopt
B
loop
C
lopen
