Oefenen H1 ABCD 2TL/HAVO
1 / 31
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
vertaal: la rentrée
Slide 3 - Open vraag
vertaal: l'île
Slide 4 - Open vraag
vertaal: le soleil
Slide 5 - Open vraag
vertaal: la fille
Slide 6 - Open vraag
vertaal: formidable
Slide 7 - Open vraag
vertaal: c'est vrai
Slide 8 - Open vraag
vertaal: il fait mauvais
Slide 9 - Open vraag
vertaal: il fait froid
Slide 10 - Open vraag
vertaal: in/naar Duitsland
Slide 11 - Open vraag
vertaal: zin hebben in
Slide 12 - Open vraag
vertaal: de ochtend
Slide 13 - Open vraag
vertaal: moeilijk
Slide 14 - Open vraag
vertaal: dan
Slide 15 - Open vraag
vertaal: werken
Slide 16 - Open vraag
vertaal: met het vliegtuig
Slide 17 - Open vraag
vertaal: in/naar Nederland
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Vertaal: Ja, het was warm.
Slide 20 - Open vraag
Je wilt weten of iemand een leuke vakantie heeft gehad, wat vraag je dan?
Slide 21 - Open vraag
Vertaal: Met wie?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Geen passé composé
Je fais
Il parle
Il a parlé
Nous avons regardé
J'ai fait
Nous regardons
Slide 26 - Sleepvraag
De passé composé van 'faire'
De passé composé van 'avoir'
De passé composé van 'être'
fait
été
eu
Slide 27 - Sleepvraag
ils (regarder) in de passé composé:
A
a regardé
B
ont regardé
C
ent regardé
D
regardent
Slide 28 - Quizvraag
tu (jouer) in de passé composé
A
as joué
B
es joué
C
as joueré
D
a joué
Slide 29 - Quizvraag
elle (regarder) in de passé composé
A
regardait
B
ont regardé
C
a regardé
D
a regardée
Slide 30 - Quizvraag
J'(aimer) les pizzas in de passé composé
A
J'aimes les pizzas
B
J'ai aimé les pizzas
C
Je ai aimé les pizzas
D
J'as aiméles pizzas
