Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
P2 leesvaardig
Welke verbindingswoorden (signaalwoorden) ken je? Noem ook het verband.
1 / 35
volgende
Slide 1:
Open vraag
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welke verbindingswoorden (signaalwoorden) ken je? Noem ook het verband.
Slide 1 - Open vraag
Vandaag:
Verbindingswoorden en verbanden:
Tegenstelling, opsomming, voorbeeld, uitleg, reden, oorzaak-gevolg, tijd
Slide 2 - Tekstslide
Verbindingswoord
maar, toch, hoewel, echter
ten eerste, bovendien, ook, daarnaast, tenslotte
Namelijk, bijvoorbeeld
Doordat, waardoor, daardoor
Omdat, want
Verband
tegenstelling
opsomming
uitleg/voorbeeld
oorzaak-gevolg
reden
Slide 3 - Tekstslide
Welkom!
Vandaag:
1. Vul de titels van de gelezen boeken in op Classroom (de
(boekenlijst om het in te vullen staat bovenaan).
2. Ga naar de opdracht Gespeld in je mail en maak deze.
3. Toets grammatica: donderdag 14 april. Noteer in je agenda.
Slide 4 - Tekstslide
Maar, toch, hoewel, daarentegen: deze signaalwoorden geven het volgende verband aan:
A
uitspraak - reden
B
uitspraak - opsomming
C
dit zijn geen signaalwoorden
D
uitspraak - tegenstelling
Slide 5 - Quizvraag
Hij had het ook maar twee keer geprobeerd.
A
uitspraak - opsomming
B
uitspraak - voorbeeld
C
geen zinsverband
D
uitspraak - tegenstelling
Slide 6 - Quizvraag
Hoewel, toch, maar: verbindingswoorden behorend bij
A
uitspraak - opsomming
B
uitspraak - voorbeeld
C
uitspraak -reden
D
uitspraak - tegenstelling
Slide 7 - Quizvraag
Om niet agressief over te komen, deed hij zijn capuchon af.
A
uitspraak - opsomming
B
uitspraak - voorbeeld
C
doel-middel
D
uitspraak - tegenstelling
Slide 8 - Quizvraag
Maar liefst 200 mensen belden naar aanleiding van de uitzending.
A
uitspraak - opsomming
B
uitspraak - voorbeeld
C
uitspraak -reden
D
geen zinsverband
Slide 9 - Quizvraag
Hoewel er bijna niemand in de zaal zat, ging de voorstelling toch door.
A
uitspraak -opsomming
B
uitspraak - reden
C
uitspraak - tegenstelling
D
uitspraak - voorbeeld
Slide 10 - Quizvraag
Niet alleen de ouders vonden het leuk, ook de leerlingen en leraren waren erg enthousiast.
A
uitspraak - tegenstelling
B
uitspraak - reden
C
uitspraak - opsomming
D
uitspraak - voorbeeld
Slide 11 - Quizvraag
Er waren verschillende acts, zoals cabaret, dans en zang.
A
uitspraak - opsomming
B
uitspraak - voorbeeld
C
uitspraak - reden
D
uitspraak - tegenstelling
Slide 12 - Quizvraag
Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
ook
bijvoorbeeld
zo
maar
Slide 13 - Sleepvraag
Maken:
Opdracht op Classroom (P2 Leesvaardig -->tekstverbanden overzicht + opdrachten)
Klaar: Cambiumned.nl -->tekstverbanden--->oefeningen
Slide 14 - Tekstslide
Maken:
Tekst+vragen: waarom spijbelt een spijbelaar (staat ook op Classroom)
Slide 15 - Tekstslide
Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek....
....en start met lezen.
Slide 16 - Tekstslide
Vandaag:
Lesdoelen:
- Verbindingswoorden en verbanden
- Functiewoorden
- nakijken blad met tekst+vragen
- aan de slag met Kern: B2
Slide 17 - Tekstslide
Functiewoorden
Een functiewoord kondigt de functie van een tekstdeel of alinea aan.
‘Het eerste argument hiervoor…’
'Dat heeft een aantal redenen...'
Een functiewoord staat meestal in de eerste zin van een alinea.
Niet iedere alinea bevat een functiewoord.
Slide 18 - Tekstslide
- bestudeer blz. 34
- lezen blz. 35
- maken opdracht 1, 2, 3,4,7
Slide 19 - Tekstslide
Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek ....
....en start met lezen.
Slide 20 - Tekstslide
Vandaag:
-nakijken huiswerk blz 36 opdracht 1, 2, 3,4,7
-opdracht verbindingswoorden
- extra opdracht verbindingswoorden Google Forms
Slide 21 - Tekstslide
Vandaag:
tekst: Waarom het verzetten van de klok ons tijdelijk minder productief maakt.
Slide 22 - Tekstslide
Op welke manier wordt deze tekst ingeleid?
Slide 23 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Slide 24 - Open vraag
waarnaar verwijst 'dat' in alinea 2
Slide 25 - Open vraag
Welk verband zie je in alinea 2?
Aan welk verbindingswoord zie je dat?
Slide 26 - Open vraag
Welk verband zie je in alinea 5?
Slide 27 - Open vraag
Noteer de verbindingswoorden van alinea 5.
Slide 28 - Open vraag
Wat is de functie van alinea 5?
Slide 29 - Open vraag
Wat is de functie (functiewoord) van alinea 6?
Slide 30 - Open vraag
Wat is de functie van alinea 8?
Slide 31 - Open vraag
Hoe wordt de tekst afgesloten?
Slide 32 - Open vraag
Wat is de kernzin van alinea 6?
(noteer de eerste en laatste twee woorden met 3 puntjes ertussen)
Slide 33 - Open vraag
Wat is de kernzin van alinea 7?
Slide 34 - Open vraag
Huiswerk
Classroom--> toetsweek -->huiswerkopdracht 9 dec (Google Forms) maken
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
P1 leesvaardig
November 2022
- Les met
53 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Oefenopdrachten H 17 en 18
Oktober 2023
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
klas 2H17H18
Januari 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 02 - Functiewoorden en verbindingswoorden
Oktober 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2VG - functiewoorden en tekstverbanden
November 2023
- Les met
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 Leesvaardigheid 17 en 18
September 2023
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 02 - Functiewoorden en verbindingswoorden
September 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2 Leesvaardigheid 18 verbindingswoorden 2
September 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2