HV1 Grammatica 20 zinsdelen & Taalverzorging 27 tegenwoordige tijd

Welkom HV1S
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom HV1S

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerkopdracht nakijken
  3. Grammatica 20: zinnen in zinsdelen knippen
  4. Taalverzorging 27: persoonsvorm tegenwoordige tijd
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 6 nakijken
warmt, de aarde, enkelvoud
b heeft, de politie, enkelvoud
c werden, de data,  meervoud
d zijn, de hersenen van dementerenden, meervoud
e maakt, een groot deel van de vluchtelingen, enkelvoud
f  gooide, een massa voetbalsupporters, enkelvoud
g  is, zijn verzameling oldtimers, enkelvoud
h is, het gemiddeld aantal kinderen per vrouw, enkelvoud
i blijken, de kleinere stenen van Stonehenge, meervoud
j zijn, alle musea, meervoud

Slide 4 - Tekstslide

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

De aarde warmt op als gevolg van menselijk handelen.

Slide 5 - Woordweb

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

Gisteren heeft de politie een inval gedaan in een hennepkwekerij.

Slide 6 - Woordweb

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

De data werden razendsnel geanalyseerd.

Slide 7 - Woordweb

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

De hersenen van dementerende zijn in kaart gebracht door artsen van het UMCG.

Slide 8 - Woordweb

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

Een groot deel van de vluchtelingen maakt weinig kans op asiel.

Slide 9 - Woordweb

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

Een massa voetbalsupporters gooide vuurwerkbommen op het veld.

Slide 10 - Woordweb

Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:

Zijn verzameling oldtimers is een paar miljoen waard.

Slide 11 - Woordweb

Taalverzorging 27: persoonsvorm tegenwoordige tijd

Doel: Je leert de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spelen. 


Slide 12 - Tekstslide

Wat is de hoofdregel voor de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm + t
D
stam + t

Slide 13 - Quizvraag

Waarom ............(kleden) je je toch niet wat netter?
A
kleedt
B
kleed
C
kleet

Slide 14 - Quizvraag

Je vriend ... (bedoelen) het goed.
A
bedoeld
B
bedoelt
C
bedoeldt

Slide 15 - Quizvraag

... (onthouden) je dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthout

Slide 16 - Quizvraag

... (melden) zij dat altijd bij jou?
A
melt
B
meld
C
meldt

Slide 17 - Quizvraag

(Worden) ... toch eens volwassen!
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 18 - Quizvraag

Ik ... (geven) het terug.
A
geef
B
geeft
C
geven

Slide 19 - Quizvraag

De vliegtuigen ... (landen) op tijd.
A
land
B
lande
C
landen

Slide 20 - Quizvraag

De overvaller ... (beroven) het gezin.
A
berooft
B
beroofd
C
beroofdt

Slide 21 - Quizvraag

De kok ...(snijden) de groentes voor het hoofdgerecht.
A
snijd
B
snijt
C
snijdt

Slide 22 - Quizvraag

...(worden) je broer straks opgehaald?
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 23 - Quizvraag

Dat ... (gebeuren) beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 24 - Quizvraag

Ik ... (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt
C
bereit

Slide 25 - Quizvraag

Hij ......(zwaaien) naar haar.
A
zwaaid
B
zwaait
C
zwaaidt

Slide 26 - Quizvraag

Dat bos ...(branden) helemaal af.
A
brand
B
brandt
C
brant

Slide 27 - Quizvraag

Ik ... (worden) morgen 13 jaar.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 28 - Quizvraag

... (geven) dat terug!
A
geef
B
geeft
C
geven

Slide 29 - Quizvraag

Onze juf ... (verhuizen) naar Utrecht.
A
verhuisd
B
verhuis
C
verhuist

Slide 30 - Quizvraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 30 november
  • Huiswerk: maken opdr. 1 en 2 (p. 110-111) + leren theorie p. 110
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift, pen en plenda
  • Programma: taalverzorging 27: persoonsvorm verleden tijd

Slide 31 - Tekstslide