Ik weet zeker dat het morgen mooi weer wordt.
1. Ik wist zeker dat het morgen mooi weer werd.
2 persoonsvormen
2. voegwoord = dat
3. dat = onderschikkend (hz + bz)
hz = Ik weet zeker (pv tweede zinsdeel)
bz = dat het morgen mooi weer wordt. (pv achteraan)
4. Onderschikking (HZ + BZ)