Basisstof 4: Veranderende ecosystemen

Thema 7: Mens en milieu
Basisstof 4: Veranderende ecosystemen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 7: Mens en milieu
Basisstof 4: Veranderende ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Uitleg voor wie dat nodig heeft
  • Aan het werk! 
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide


A
Alleen tot de reducenten
B
Alleen tot de consumenten en producenten
C
Alleen tot de producenten en reducenten
D
Tot consumenten, reducenten en producenten

Slide 3 - Quizvraag


A
Competitie
B
Predatie
C
Symbiose

Slide 4 - Quizvraag


Slide 5 - Open vraag


A
Algen hebben een breed tolerantiegebied voor fosfaat en nitraat.
B
Algen zijn de enige organismen die fosfaat en nitraat kunnen opnemen.
C
Door fosfaat en nitraat worden de natuurlijke vijanden van de algen gedood.
D
Fosfaat en nitraat vormen in onvervuild water beperkende factoren voor de algengroei.

Slide 6 - Quizvraag


A
Consumenten
B
Producenten
C
Reducenten

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • Enkele ecosystemen beschrijven aan de hand van kenmerkende soorten;
  • Veranderingen in een ecosysteem beschrijven;
  • In een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren.

Slide 8 - Tekstslide

Pionier- en climaxecosysteem
De eerste soorten in een ecosysteem zijn pioniersoorten. 
  • Deze soorten samen vormen een pionierecosysteem.
Dankzij deze soorten kunnen er meer planten groeien
  • De biodiversiteit neemt toe;
  • Er ontstaat een climaxecosysteem.

Slide 9 - Tekstslide

Climaxecosysteem
  • Abiotische factoren zijn min of meer constant;
  • Soortensamenstelling is min of meer constant;
  • Productie = afbraak (biomassa blijft gelijk);
  •  Kringloop van stoffen is gesloten.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Successie
Successie: De soortensamenstelling in een gebied verandert.
  • Primaire successie: Bodem bevat geen humus meer, successie moet helemaal opnieuw beginnen.
  • Secundaire successie: Bodem bevat al humus, soorten kunnen snel vestigen. Bijvoorbeeld na een bosbrand.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Indicatorsoorten
Een indicatorsoort geeft aanwijzingen over kenmerken van het milieu. 

Slide 14 - Tekstslide

Modelleren van de natuur
Bij modelleren wordt een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid gemaakt en uitgeprobeerd. 
  • Computermodellen kunnen snel complexe processen doorrekenen
  • Je experiment wordt virtueel (en een stuk sneller)

Slide 15 - Tekstslide

Evenwichten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 t/m 4 van thema 7
Hoe: Tweetallen, fluisteren of voor jezelf
Tijd: 15 minuten
Hulp: Raadpleeg je boek/buur en steek anders je vinger op
Klaar: Basisstof 5 van thema 7 lezen
Uitkomst: Basisstof 1 t/m 4 van thema 7 zijn af

Slide 18 - Tekstslide

Met welke term wordt de verandering in vegetatie aangeduid?

Slide 19 - Open vraag


A
Het aantal consumenten
B
Het aantal producenten
C
Het aantal reducenten

Slide 20 - Quizvraag


Slide 21 - Open vraag


Slide 22 - Open vraag