1. Terwijl ik gisteravond op de trein ... (wachten), ... (lezen) ik op mijn telefoon een nieuwsbericht over het door het hele land ... (verspreiden) virus.
2. Als Suze op school ... (arriveren) met ... (lakken) nagels, ... (willen) iedereen weten waar ze die kleur nagellak heeft ... (kopen).
3. Vroeger ... (zijn) Dennis supporter van ADO Den Haag, maar nu ... (juichen) hij als AZ heeft ... (scoren).
4. In de stad ... (openen) een nieuwe winkel, waar je ... (dragen) kleding kunt brengen en ... (recyclen) producten kunt kopen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Noteer het werkwoord + de vorm:
1. Terwijl ik gisteravond op de trein ... (wachten), ... (lezen) ik op mijn telefoon een nieuwsbericht over het door het hele land ... (verspreiden) virus.
2. Als Suze op school ... (arriveren) met ... (lakken) nagels, ... (willen) iedereen weten waar ze die kleur nagellak heeft ... (kopen).
3. Vroeger ... (zijn) Dennis supporter van ADO Den Haag, maar nu ... (juichen) hij als AZ heeft ... (scoren).
4. In de stad ... (openen) een nieuwe winkel, waar je ... (dragen) kleding kunt brengen en ... (recyclen) producten kunt kopen.
Slide 1 - Tekstslide
Controleer jezelf:
1. Terwijl ik gisteravond op de trein wachtte (pvvt), las (pvvt) ik op mijn telefoon een nieuwsbericht over het door het hele land verspreide (bn van vd) virus.
2. Als Suze op school arriveert (pvtt) met gelakte (bn van vd) nagels, wil (pvtt) iedereen weten waar ze die kleur nagellak heeft gekocht (vd).
3. Vroeger was (pvvt) Dennis supporter van ADO Den Haag, maar nu juicht (pvtt) hij als AZ heeft gescoord (vd).
4. In de stad opent (pvtt) een nieuwe winkel, waar je gedragen (bn van vd) kleding kunt brengen en gerecyclede (bn van vd) producten kunt kopen.
Slide 2 - Tekstslide
SO Werkwoordspelling
20 september: §9 t/m 14
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Je leert de persoonsvorm in samengestelde zinnen correct spellen.
Slide 4 - Tekstslide
De PV in samengestelde zinnen
Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen.
De werkwoorden waarbij dit niet kan zijn infinitief, voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord.
Slide 5 - Tekstslide
Tom verdient/verdiend veel geld.
A
verdient
B
verdiend
Slide 6 - Quizvraag
Ik ben verhuist/verhuisd?
A
verhuist
B
verhuisd
Slide 7 - Quizvraag
Waarom vind je het een schande dat een konijn in dit artikel een knaagdier wordt genoemd?
Welke werkwoordsvormen staan in deze zin?
A
pvtt, pvvt, vd
B
gw, pvtt, vd
C
pvtt, pvtt, vd
D
od, pvtt, vd
Slide 8 - Quizvraag
Heeft die maffioso al bekend dat hij zijn geld nog steeds verdient met misdadige praktijken?
Welke werkwoordsvormen staan in deze zin?
A
pvtt, pvtt, pvtt
B
pvtt, vd, vd
C
vd, pvtt, pvtt
D
pvtt, vd, pvtt
Slide 9 - Quizvraag
De soep wordt niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Welke werkwoordsvormen staan in deze zin?