M1 paragraaf 5.9 media en onderzoek

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

M1 NE paragraaf 5.9

Media en onderzoek 

Leerdoelen

1. Je weet nog de belangrijkste onderwerpen die in hoofdstuk 1 t/m 4 zijn behandeld;
2. Je weet het verschil tussen chattaal en schrijftaal;
3. je weet hoe en wanneer je chattaal gebruikt;
4. Je kent alle leerdoelen van hst 4 en 5 paragrafen 5, 7 en 8.

Week 21

1. M. paragraaf 5.9  opdracht 2
2. Alle test jezelfs van hst 4 en 5 paragrafen 5, 7 en 8 op groen.

Planning

Les 1: Tweede Pinksterdag

Les 2:  Tweede Pinksterdag

Les 3: herhaling hst 4 en 5 PTD

Les 4: Uitleg en herhaling media en onderzoek + zelfstandig werken - M. opdracht 2 van 5.9 en  Test jezelf hst 4 en 5

PTD hst 4 en 5 op  31 mei 

De juiste betekenis:
De uitzendkracht kon niet VERKLAREN wat er verkeerd was gegaan.
Wat betekent VERKLAREN?

1. duidelijk maken = uitleggen
2. officieel meedelen

Is het Eurovisie songfestival nationaal of internationaal?

1. nationaal
2. internationaal

Wat zijn de bijvoeglijk naamwoorden in de zin:
De kleine, plastic bezoekers met gele hoofdjes staan voor de beroemde Nachtwacht.

Welke woordsoort is het?
We hoeven niet NAAR school VANWEGE de vakantie.

1. lidwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. zelfstandig naamwoord

Welke woordsoort is het?
WE vieren oude en nieuwe uitvindingen.

1. zelfstandig naamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Welke woordsoort is het?
Het irritante DING leidde hem teveel af.

1. zelfstandig naamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Welk dicteewoord is correct gespeld?

1. kado
2. kadeau
3. cadeau
4. kadoo

Welk dicteewoord is correct gespeld?

1. comentaar
2. kreatief
3. discussie
4. risiko

Wat is het meervoud van slee?

Bij welk woord zoek je de betekenis van het spreekwoord op?
Als er één schaap over de dam is, volgen er meer.

1. schaap
2. dam
3. één
4. meer

Tot welke woordsoort behoren de woorden: u, jullie, hun, ze?

1. zelfstandig naanwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. voorzetsel

Welke woordsoort is het?
Is die fiets van JOU of van iemand anders?

1. zelfstandig naamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. bezittelijk voornaamwoord
4. bijvoeglijk voornaamwoord

Welk voltooid deelwoord is correct gespeld?

1. begin
2. begint
3. begon
4. begonnen

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(ontvoeren) Help, de prinses is ....!

Vul de juiste vorm van de naamwoorden in:
(goed) Een ... vriend.

Wanneer is de PTD van hst 4 en 5 woorden, grammatica en spelling?

1. donderdag 27 mei
2. vrijdag 28 mei
3. maandag 31 mei

M1 NE paragraaf 5.9 (2e les)

Media en onderzoek 

Leerdoelen

1. Je weet nog de belangrijkste onderwerpen die in hoofdstuk 1 t/m 4 zijn behandeld;
2. Je weet het verschil tussen chattaal en schrijftaal;
3. je weet hoe en wanneer je chattaal gebruikt;
4. Je kent alle leerdoelen van hst 4 en 5 paragrafen 5, 7 en 8.

Week 21

1. M. paragraaf 5.9  opdracht 2
2. Alle test jezelfs van hst 4 en 5 paragrafen 5, 7 en 8 op groen.

Planning

Les 1: Tweede Pinksterdag

Les 2:  Tweede Pinksterdag

Les 3: herhaling hst 4 en 5 PTD

Les 4: Uitleg en herhaling media en onderzoek + zelfstandig werken - M. opdracht 2 van 5.9 en  Test jezelf hst 4 en 5

PTD hst 4 en 5 op  31 mei 

Media en onderzoek

1. Informatiebronnen

2. Slim zoeken met Google

3. Betrouwbare informatie online

4. Objectief en subjectief nieuws

5. Nepnieuws

6. Schrijftaal en chattaal

Wat valt je op aan het taalgebruik in de vorige afbeeldingen?

Als je een zakelijke e-mail stuurt gebruik je ...

1. schrijftaal
2. chattaal

Geef voorbeelden van chattaal die jij zelf gebruikt.

Maak je zelf veel gebruik van emoji's?

1. Ja
2. Nee

Waarom gebruik je emoji's?

Weektaak

- PTD woorden, grammatica en spelling (maandag 31 mei)!!

- Basis 5.9 opdracht 2

- Test jezelf H4 + H5 op groen (woorden, grammatica en spelling)

- LessonUp taak 3