20MRa Commercieel 1 Marktonderzoek Les 17: Indexcijfers

• Retail
• MBO
• Studiejaar 1,4

20MRa Commercieel 1

Samenvatting tot nu toe

• Doelen marktonderzoek
• Fasen marktonderzoek 
• Eisen aan steekproeven
  
• Vormen onderzoek
  
• Vormen secundair onderzoek (desk)
• (Eisen aan) secundaire bronnen
  
• Vormen primair onderzoek (field)
• Enquêtevragen en -volgorde
• Gemiddelde(n), modus & mediaan

Rekenkundig gemiddelde

Vraag D

Gemiddelde: 25,7

Modus: 19

Mediaan: 19,5

Vandaag: Stap 5

Wat gaan we leren?

• Trends berekenen.
• Enkelvoudige indexcijfers.
• Reële groei-index berekenen.
• Reële loonstijging berekenen.

Waar kennen jullie indexcijfers van?

Indexcijfers

• Indexcijfer meer dan 100 = groei
  
• Indexcijfer minder dan 100 = daling

Indexcijfers

Bijv: 
Basisjaar = 2019

Omzet 2019 = € 120.000

Omzet 2020 = € 140.000

Indexcijfer 2019 = 100

Indexcijfer 2020?

Indexcijfers

Bijv: 
Basisjaar = 2019

Omzet 2019 = € 120.000

Omzet 2020 = € 140.000

Indexcijfer 2019 = 100

Indexcijfer 2020 = 140.000 / 120.000 * 100 = 116,6

Indexcijfers afzet

Indexcijfers afzet

Ieder indexpunt = 550 / 100 = 5,5

Wat is dan de omzet in de andere jaren?

Opdracht

• Maak vraag 18 van hoofdstuk 2.

Vraag 18

In 2017 heeft een winkel een omzet gemaakt van € 230.000.

In 2018 was de omzet € 242.000.

Wat was het indexcijfer van 2017 als 2018 het basisjaar is?

Indexcijfers

Totale afzet tussen 2015 en 2020 = 3000

Bereken afzet per jaar.

Indexcijfers

Bereken afzet per jaar.

Totale indexpunten = 95 + 100 + 105 + 95 + 103 + 102 = 600

Indexcijfers

Totale indexpunten = 600

Totale afzet = 3000

Ieder indexpunt = 3000 / 600 = 5 stuks afzet

Indexcijfers

Stel; nieuwe basisjaar = 2017. Reken de nieuwe indexcijfers uit.

Indexcijfers

Indexcijfer = relatieve waarde ten opzicht van basisjaar.

Dus bijv. 2015: Waarde is 95, waarde basisjaar is 105 →

95 / 105 * 100 = 90,5

Indexcijfers

Opdracht: reken de nieuwe indexcijfers uit.

Basisjaar 2017.

Waar zou je dit voor kunnen gebruiken?

Indexcijfers

• Nominaal: op zichzelf staand, geen rekening houden met omstandigheden.
  
  
• Reëel: werkelijk uitwerking groei, krimp, stijging, daling, etc.

Inflatie

• De stijging van de gemiddelde prijs per product.
• Druk je uit in inflatiepercentage.
• Als de CPI (consumentenprijsindex) 111,25 is, dan is de inflatie 11,25% ten opzichte van het basisjaar.
  

Nominale en reële loonstijging

Nominale en reële groei van de omzet

• Reële indexcijfer (RIC)
  
• Nominale indexcijfer (NIC)
  
• Enkelvoudige prijsindexcijfer (PIC)
  

Opdracht

• Maak vraag 40 van hoofdstuk 2.

Opdracht

• salaris maart: € 1.423 × 1,02 = € 1.451,46
  
• PIC = 100,5
• NIC = 1.451,46 / 1.423 × 100 = 102
  
• RIC = NIC / PIC = 102 / 100,5 × 100 = 101,5

Opdracht

Maak opgaven 16 t/m 41 van hoofdstuk 2.