H6 Voeding en vertering

Voorkennis (pak je binas erbij)
Voedingsmiddel
Voedingsstof
Eiwitten
Vetten
Koolhydraten
Verteringsstelsel
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorkennis (pak je binas erbij)
Voedingsmiddel
Voedingsstof
Eiwitten
Vetten
Koolhydraten
Verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

fotosynthese of verbranding
bladgroenkorrel     mitochondrien
assimilatie        dissimilatie
 glucose wordt afgebroken       glucose onstaat 
CO2 ontstaat        CO2 wordt opgenomen
O2 ontstaat     O2  wordt opgenomen
licht     donker      plant      schimmel    dier    

Slide 2 - Tekstslide

§6.1 gezonde voeding

Je weet en kunt toepassen wat de functie is van vetten, koolhydraten, eiwitten, mineralen en vitamines in voedsel.

 oefenen op biologie pagina havo 4 hfstk 6
6.2 oefenen verteringsstelsel
oefenen  functies voedingsstoffen

Slide 3 - Tekstslide

zoogdieren en vogels
warmbloedig, vacht, veren
Vogels en zoogdieren moeten continu op temperatuur blijven
Je kunt het verband tussen oppervlakte en inhoud uitleggen en toepassen wat de gevolgen zijn voor stofwisseling (verbranding) en op temperatuur blijven.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

stofwisseling per kg lichaamsgewicht per uur

Slide 6 - Tekstslide

Moedermelk, borstvoeding
Volledige voeding
Antistoffen
                                       Ontwikkeling darmflora  in de dikke darm
Darmflora: dikke darm bacteriën, die bijdragen aan de vertering.

Je weet wat de functie is van antistoffen in moedermelk.
Je weet en kunt uitleggen wat wordt bedoeld met darmflora en wat de functie is van darmflora.

Slide 7 - Tekstslide

Evenwichtige voeding, gezonde voeding

= afgestemd op de behoefte van het individu

Fysieke arbeid, koude omgeving, groei , herstel, zwanger, borstvoeding geven.

Slide 8 - Tekstslide

welzijnsziektes
gebreksziekte (BINAS 82 A)  ADH
ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

Je kunt uitleggen en toepassen wat wordt bedoeld met welvaartziekten en gebreksziekten en je kunt voorbeelden noemen. (BINAS 82A)






Slide 9 - Tekstslide

 fotosynthese
Wat is voortgezette assimilatie?

Welke stoffen  ontstaan er bij voortgezette  assimilatie?

Welke stof toon je aan met jodium?

Slide 10 - Tekstslide

additieven  = E-nummers
Binas tabel 82B        E300 (82 A Vitamine C)
Stoffen in voedsel met een bepaalde functie.
conserveermiddel, kleurstof, geurstof, stabilisator, emulgator
ADI-waarde = aanvaardbare dagelijkse inname

Je kent het begrip ADI (BINAS tabel 95A) en je kunt dit toepassen.
Je kent het begrip Additief (BINAS 95B) (ook de soorten additieven) en je kunt dit toepassen.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen!
Binas 82 c
verteringsstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

verteren
voedingsstoffen

macromoleculen
= koolhydraten, eiwitten, vetten

-worden afgebroken (verteerd) en opgenomen
enzymen

Slide 14 - Tekstslide

LEERDOELEN
Je weet dat alle enzymen eiwitten zijn.
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met denaturatie van eiwitten (en dus ook enzymen)
Je kunt beschrijven waar en op welke wijze enzymen reacties katalyseren, en hoe temperatuur en pH die processen beïnvloeden.
Je kunt uitleggen en toepassen wat wordt bedoeld met een pH- en temperatuur optimum, minimum en maximum
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het begrip substraat.
Je weet en kunt toepassen dat een enzym specifiek is. (maar 1 soort reactie kan versnellen)
Je weet en kunt toepassen dat een enzym zelf na de reactie onveranderd “over” is.

Slide 15 - Tekstslide

Je kunt de bouw en functie (waar welke verteringssappen) beschrijven  van (BINAS 82C)



Slide 16 - Tekstslide

 6.3 Enzymen
Enzymen zijn reactieversnellers (biokatalysator)
Het zijn eiwitten.
Ze worden niet verbruikt.
Ze zijn specifiek (maar 1 substraat)
Ze hebben een optimum temperatuur.
Ze hebben een optimum pH waarde.
Hun naam eindigt op -ase

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Alle enzymen zijn eiwitten
Denatureren bij een bepaalde temperatuur.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

optimum kromme pH

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Binas  82 E,F en G                                                                     
bestuderen biologiepagina H6.3    informatie
                                           6.3 Vertering van zetmeel
                                          6.3 vertering van eiwitten
                                           6.3     vertering van vetten
Enzym
substraat
Waar?
Welke rol spelen galblaas en alvleesklier?
Waar naar toe getransporteerd?


Slide 24 - Tekstslide


§6.4 Transport door de darm, opname van stoffen
uitleg
opgaven maken

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

peristaltische beweging

Slide 27 - Tekstslide

Tekst

Slide 28 - Tekstslide

Dunne darmcellen
- nemen voedingsstoffen op uit de voedselbrei/darminhoud

- geven verteringsenzymen af aan de voedselbrei/darminhoud

-enzymen voor
vet- koolhydraat- en eiwitvertering

Slide 29 - Tekstslide

bloedvaten en lymfevat

Slide 30 - Tekstslide

LET OP

koolhydraten (glucose) en aminozuren worden door bloedvaten afgevoerd naar de lever (poortader)
 
Vetzuren worden door de lymfevaten afgevoerd

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

lever

Slide 33 - Tekstslide

functies
opslag glycogeen
omzetten van aminozuren
afbraak overtollige aminozuren -> ureum
productie van bepaalde bloedeiwitten (stolling)
productie cholesterol en fosfolipiden
afbraak van hemoglobine -> bilirubine
opslag van Fe-ionen
productie van  gal
afbraak van gifstoffen


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Je weet en kunt toepassen op welke manier bloed van en naar de lever stroomt. (BINAS 84A)

Je kunt de leverslagader, leverader en poortader benoemen in beschrijving of afbeelding.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Het antwoord van de vorige dia is C !
verklaring: bloedvat 1 is de poortader suikers zijn net verteerd, en gaan via de poortader naar de lever.
Ureum wordt gevormd in de lever, en moet afgevoerd worden, dus leverader.

Slide 38 - Tekstslide

voedingsstoffen
glucose
opslaan als glyocogeen
glycogeen afbreken -> glucose

Slide 39 - Tekstslide


Je kunt met BINAS 82 D beschrijven op welke manier de lever is opgebouwd uit leverlobjes

Slide 40 - Tekstslide

Je weet dat bilirubine een afvalstof is van hemoglobine en hoe het wordt afgevoerd.



Je kunt verklaren hoe geelzucht ontstaat.

Slide 41 - Tekstslide

galproductie, galblaas
galzure zouten (emulgator)
afbraak van hemoglobine -> bilirubine (geel)
opslag van Fe - zouten

Slide 42 - Tekstslide


aminozuren aangevoerd door de poortader

omzetten van aminozuren (niet-essentieel)
afbraak van overtollige aminozuren  ( -> ureum )
vorming van bloedeiwitten


Je weet waar in het lichaam ureum wordt gevormd, waar het een afvalproduct van is en waar het uit het lichaam wordt uitgescheiden.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

1= letter Q en opgeslagen in R
2 = C (vetten)

Slide 45 - Tekstslide

vetzuren:
zijn de bouwstenen voor cholesterol productie in de lever

cholesterol nodig voor bouw van celmembranen

De lever kan (niet-essentiële vetzuren) ombouwen in ander vetzuren. ( vandaar dat ze niet-essentieel worden genoemd)
De essentiële  vetzuren moet je uit de voeding halen!

Slide 46 - Tekstslide

zelf aan het werk
1: Biologiepagina oefenen
oefening 6.5 bouw van de lever
2: boek 6.5 doorlezen, opgaven maken en nakijken

3: Biologiepagina oefenen
oefentoets 6.5 lever
Toepassen melk

Slide 47 - Tekstslide