1. Je weet waarom de overheid soms de graanoogsten betaalden.
2. Je weet hoe arme mensen aan geld of eten konden komen.
Slide 4 - Tekstslide
Theorie
Wie denkt dat in de Gouden Eeuw iedereen rijk was zit goed fout! Er was nog steeds veel armoede onder de mensen. Eigenlijk kon je de Nederlandse bevolking verdelen in vier groepen.
Opschrijven:
De regenten
Rijke kooplieden, notarissen en advocaten
Ambachtslieden en winkeliers.
Mensen zonder vast werk.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Theorie
Toch was er vaak voor iedereen wel brood. Deze prijzen stegen namelijk niet of nooit.
Opschrijven:
De overheid betaalde vaak de graanoogsten omdat:
Om mensen te helpen
Zodat hongerige mensen niet in opstand kwamen
Slide 7 - Tekstslide
Theorie
Tot de laatste groep behoorden de meeste mensen. Zij verhuurden zich per dag of werkten tijdelijk voor een baas. Bijvoorbeeld als sjouwers in de havens om de schepen te lossen. Maar soms werd je ziek en had je geen werk. Dan kreeg je niets. Het was toen nog niet zo zoals nu geregeld.
Slide 8 - Tekstslide
Theorie
Iemand kon in de Gouden Eeuw voor armenzorg aankloppen:
Bij de kerk
Bij rijke burgers
Bij de stadsoverheid
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Theorie
De armenzorg leverde meestal net genoeg voedsel op om niet van de honger te sterven. Wie arm was en meer wilde moest gaan stelen of bedelen. Beide waren verboden en mensen werden dan soms opgesloten in het rasphuis.
Wel eens gehoord van de uitdrukking pompen of verzuipen?
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Pak je werkboek en maak de opdrachten van paragraaf 1.4.
Slide 12 - Tekstslide
Leerdoelen nabespreken
1. Je weet waarom de overheid soms de graanoogsten betaalden.
2. Je weet hoe arme mensen aan geld of eten konden komen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.