ballen van andere veldjes kunnen in het veld komen: zet korven op de banken met reserveballen. Dan kun je doorspelen.
evt. spelen met scheidsrechter
“als je blokje om gaat ga je een veldje omlaag en als je scoort ga je een veldje verder
Slide 16 - Tekstslide
Blokjesvoetbal aanpassing 2
twee ballen, meer kans op balcontact, meer ruimte voor de dribbel
elke speler drie blokjes geven (op 50 cm afstand)
van wegspelen naar keeperspelen
Slide 17 - Tekstslide
Blokjesvoetbal aanpassing 3
duo's maken: goede aan minder goede speler, aanvaller en verdediger en na elk doelpunt rol wisselen
niet de verliezer wisselen, maar de doelpuntenmakers wisselen: ze krijgen wel een prijs (wasknijper). Wie verzamelt de meeste?
kies zelf hoeveel blokjes je verdedigt (4?)
Slide 18 - Tekstslide
Blokjesvoetbal aanpassing 4
een hele goede voetballer in de klas? Geef haar/hem een lintje. Haar/hem poorten betekent dat zij/hij eruit moet!
Steeds nieuwe tweetallen maken bij het verlaten van het veld.
Slide 19 - Tekstslide
Je hebt een leerling met obesitas en een paar leerlingen met overgewicht. Je laat de kinderen een wedstrijdje spelen en zelf teams maken. Wat vind je daarvan?
Slide 20 - Open vraag
Waarom geven we gymles?
A
Om kinderen te laten bewegen
B
Om kinderen leren te bewegen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een individuele differentiatieregel bij blokjesvoetbal?
A
Van 1 naar 2 ballen
B
Van solo naar koppels maken
C
Van een klassikale les naar drie veldjes
D
Een goede voetballer die gepoort wordt ligt eruit
Slide 22 - Quizvraag
Kinderen staan bij hun blokje en verdedigen hun blokje. Wel niveau is dit, denk je?
A
Niveau 1
B
Niveau 2
C
Niveau 2
Slide 23 - Quizvraag
Kinderen duelleren om een bal, kunnen dribbelen en gericht schieten bij blokjesvoetbal. Welk niveau?
A
Niveau 1
B
Niveau 2
C
Niveau 3
Slide 24 - Quizvraag
Kinderen kunnen bij het blokjesvoetbal gericht schieten. Welk niveau is dat?