4.1 tijdlijn van het leven

LEERDOELEN
4.1 - ontwikkeling van het leven
* je weet uit welke periode de eerste levende organismen op aarde stammen
* je kunt het ontstaan van prokaryoten en eukaryoten beschrijven
* je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen

* je kent de vorm en functie van organische en anorganische stoffen
* je weet wat autotrofe en heterotrofe organismen zijn 


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LEERDOELEN
4.1 - ontwikkeling van het leven
* je weet uit welke periode de eerste levende organismen op aarde stammen
* je kunt het ontstaan van prokaryoten en eukaryoten beschrijven
* je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen

* je kent de vorm en functie van organische en anorganische stoffen
* je weet wat autotrofe en heterotrofe organismen zijn 


Slide 1 - Tekstslide

LESDOELEN
4.1 - ontwikkeling van het leven

* je hebt een CONCEPT - map gemaakt van paragraaf 1 (met de leerdoelen in het achterhoofd)

* je hebt aan de opdrachten gewerkt (is ook HW): 2, 5 t/m 16

volgende les: PROKARYOTEN! <3

Slide 2 - Tekstslide

tijdlijn geschiedenis van het leven 
chemische evolutie
oeratmosfeer
(an)organische stoffen
Miller-Urey-experiment
oersoep
zelforganisatie
black smokers
prokaryoten
(an)aeroob
(cyano)bacteriën

heterotroof en autotroof
eukaryoten
endosymbiosetheorie
biodiversiteit
archaea
taxon en genus
species
binaire naamgeving
geslachtsnaam
soortaanduiding

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

aantekening bij film
* minstens 12 momenten
* foto inleveren op de ELO

Slide 7 - Tekstslide

Vind je dat er genoeg aandacht is voor de oorlog in Oekraïne?
Wat zijn jouw gedachten over deze oorlog?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Wat is een organische stof?
Geef 4 kenmerken!

Slide 14 - Open vraag

organisch en anorganisch

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Zijn bacteriën prokaryoot of eukaryoot?
A
Eukaryoot
B
Prokaryoot

Slide 17 - Quizvraag

Een eukaryoot: Wat is waar?
A
Is klein ten opzichte van een prokaryoot
B
Heeft altijd een celwand
C
Bevat complexe celstructuren, zoals een celkern
D
Het DNA ligt los in de cel

Slide 18 - Quizvraag

heterotroof




Organismen die:


* organische stoffen omzetten in andere organische stoffen
* afhankelijk zijn van andere organismen voor hun voeding
- bacteriën, schimmels en dieren zijn heterotroof

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

eterotroof en autotroof 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

autotroof





* planten zijn foto-autotroof: zij maken zelf organische stoffen (autotroof) met behulp van zonlicht (foto)
* anorganische stoffen           organische stoffen

Slide 23 - Tekstslide

Domeinen

Eukaryoten
  • cellen hebben een celkern
  • rijk van de dieren
  • rijk van de planten
  • rijk van de schimmels
Bacteriën
  • altijd eencellig
  • GEEN celkern: prokaryoot

Archea
  • altijd eencellig
  • GEEN celkern: prokaryoot
  • anders dan bacteriën op moleculair niveau

Slide 24 - Tekstslide

schimmel
plant
dier
bacterie
archeon

Slide 25 - Sleepvraag

Geef een eencellige plant, eencellige schimmel of eencellig dier!

Slide 26 - Open vraag

Een autotroof kan
A
... zelfvoedend zijn
B
... uit organische stoffen organische stoffen maken
C
...uit anorganische stoffen organische stoffen maken
D
.

Slide 27 - Quizvraag

Welke van de hieronder genoemde groepen bevat organismen die onderling het meest verwant zijn?
A
geslacht
B
orde
C
soort
D
klasse

Slide 28 - Quizvraag

Welke dieren uit de
afbeelding zijn gewervelden?
A
1 en 5
B
3 en 5
C
3, 5 en 6
D
3 en 6

Slide 29 - Quizvraag

Bacteriën delen zich bij gunstige omstandigheden ieder half uur. Hoeveel bacteriën zijn er uit één bacterie ontstaan na drie uur?

Slide 30 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Hoort de dividivi tot de
sporenplanten of tot de zaadplanten?
Uit welke informatie uit de tekst kun je
dat afleiden?

Slide 31 - Open vraag

binaire naamgeving

Soorten krijgen een wetenschappelijke naam: de binaire naamgeving.

* geslachtsnaam + soortaanduiding
* geslachtsnaam is voorop, met grote letter
* soortaanduiding is achterop, met kleine letter.

- Bijvoorbeeld: Ursus arctos (bruine beer)

Slide 32 - Tekstslide