Stijl 4havo

Over stijl
Over stijl
Over stijl
Over stijl
Over stijl
Over stijl
Over stijl
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Over stijl
Over stijl
Over stijl
Over stijl
Over stijl
Over stijl
Over stijl

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
Leestijd 15 (+ schema)
Stijl: thee
Stijl: vormkenmerken van stijl

Slide 2 - Tekstslide

Vraag
Er zijn verschillende manieren om een vraag te stellen. En hoe je de vraag stelt verandert de hele boodschap. 
"Wil je een kopje thee?"  

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vraag jij aan een vriend om vanavond af te spreken?
Probeer zo precies mogelijk de woorden, die jij daarvoor gebruikt te noteren.

Slide 4 - Woordweb

Hoe vraag je aan je vader/ moeder om 50 euro voor een avondje uit met vrienden?

Slide 5 - Woordweb

Aan de stijl.. 
...herken je de schrijver (spreker), en de tekstvorm (boodschap), maar ook waar de schrijver van houdt, waar hij vandaan komt. In je taalgebruik zijn allerlei eigenaardigheden verborgen, stopwoordjes oid, waar je je weinig van bewust bent.

Slide 6 - Tekstslide

Stijl is bepalend
In kunst is alles al wel verbeeld. Ieder verhaal is al verteld. Ieder liedje al geschreven. Er is niets nieuws. Al honderden jaren lang. en toch is er steeds nieuwe kunst...

Slide 7 - Tekstslide

bijvoorbeeld..

Slide 8 - Tekstslide

Stijl in literatuur

Slide 9 - Tekstslide

Woordgebruik:
  • veel/ weinig bijvoeglijke naamwoorden
  • ouderwetse of moderne woorden
  • formele of informele woorden
  • eenvoudige of moeilijke woorden
  • algemene of specifieke woorden
  • statische of dynamische woorden
  • veel of weinig variatie in woordgebruik
  • gebruik van verkleinwoorden



zinsniveau
  • veel korte of juist veel lange zinnen
  • veel of weinig bijzinnen of beknopte bijzinnen
  • variatie in zinsvolgorde
  • gebruik van beeldspraak
  • gebruik van stijlfiguren
  • passieve of actieve zinnen


Slide 10 - Tekstslide

zinsniveau
gebruik van dialoog
gebruik ruimtelijke beschrijvingen
grammaticale tijd (ovt, ott etc)
Volgorde van tekstelementen


Slide 11 - Tekstslide

Pagina 73 (TB)
Lees de tekstfragmenten in het rood van Thomas Oldeheuvelt en Thomas Rosenboom. 

Slide 12 - Tekstslide

Er kraakte een trede. Haar blik is vastgepind op het stuk van het voorportaal dat ze om de steunmuur kan zien. Het is leeg, maar het trapgat ziet ze niet. Ze kijkt bliksemsnel over haar schouder, alsof ze verwacht iemand achter haar te betrappen. Er is niemand. Die vrouw. Dat gezicht. Waarom keek het haar aan met zoveel haat?


Thomas Olde Heuvelt
De volgende ochtend dan werden wij kinderen van de aanstaande verhuizing op de hoogte gesteld. Vader belastte zich ermee, neerknielend om in het gezicht van de kleinen zijn vreugd weerspiegeld te zien. Afgemat van zorg en zonde, bevend van slaapgebrek wist ik nauwelijks nog enige verrassing te tonen, maar toch was ook dit vals veinzen weer nodig om al het vorige te verhelen. 

Thomas Rozenboom
Wat valt je op aan de stijl? Vul het schema in.

Slide 13 - Tekstslide