Theorie hs 6 & 7 Beats n Bits


Een verwerkingsles over de theorie van 
Dance & Festival
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les


Een verwerkingsles over de theorie van 
Dance & Festival

Slide 1 - Tekstslide

Welke begrippen gaan we behandelen:
* Voortekens
* Akkoord
* Accelerando & Ritenuto
* Tempo-aanduidingen:
            - adagio, andante, allegro en presto
* Contrast, herhaling & variatie
* Verbindingsboog
* Eenstemmig/meerstemmig, tweede stem, tegen melodie, close harmony
* Geluidseffecten:
           - chorus, distortion, wahwah

Slide 2 - Tekstslide

Voortekens
Mol = het verlagen van een 1/2 toon (es achter de noot (uitzondering Es en As)

Kruis = het verhogen van een 1/2 toon (is achter de noot)

Herstellingsteken = heft de mol of kruis op tot de maatstreep

Slide 3 - Tekstslide

Ik verhoog de toon F, hoe heet de noot nu?
A
Fis
B
Fes
C
F
D
G

Slide 4 - Quizvraag

Ik verlaag de noot E, hoe heet de noot nu?
A
Ees
B
Eis
C
IJs
D
Es

Slide 5 - Quizvraag

Ik wil de noot B een halve toon lager hebben, welk teken gebruik ik?
A
Kruis
B
Mol
C
Herstellingsteken

Slide 6 - Quizvraag

Akkoord
Een akkoord is een samenklank van 3 of meer tonen. Deze kunnen tegelijk klinken of direct na elkaar (gebroken).

Een samenklank van 2 tonen noemen we een interval.

Slide 7 - Tekstslide

2

Slide 8 - Video

01:06
Hoeveel tonen worden er in de akkoorden gebruikt?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 9 - Quizvraag

01:13
Welke akkoord trappen worden in popmuziek gebruikt?
A
I, IV, vi , V
B
1, 2, 3, 4
C
Er worden 7 trappen gebruikt
D
V, IV, VI, IIV

Slide 10 - Quizvraag

Accelerando & Ritenuto
oftewel
Versnellen & Vertragen
Dit zijn italiaanse termen die gebruikt worden om van tempo te kunnen wisselen in een muziekstuk.

Slide 11 - Tekstslide

2

Slide 12 - Video

00:35
Jochem Myer maakt hier een kleine:
A
accelerando
B
ritenuto

Slide 13 - Quizvraag

01:18
Jochem maakt hier een:
A
accelerando
B
ritenuto

Slide 14 - Quizvraag

3

Slide 15 - Video

01:58
Je ziet hier Tina Turner, een belangrijke artiest uit de jaren 80/90.
Ken je haar?
A
Ja
B
Nee
C
wel eens van gehoord

Slide 16 - Quizvraag

04:21
Tina maakt hier een kleine:
A
accelerando
B
ritenuto

Slide 17 - Quizvraag

04:35
Nu maakt Tina een groot:
A
accelerando
B
ritenuto

Slide 18 - Quizvraag

Tempo
Langzaam - adagio
gaande - andante
vrolijk, opgewekt (snel) - allegro
zeer snel - presto

Slide 19 - Tekstslide

Geef de aanduiding voor Andante
A
Langzaam
B
Gaande
C
Vrolijk, Opgewekt
D
Zeer snel

Slide 20 - Quizvraag

Geef de aanduiding voor Presto
A
Langzaam
B
Gaande
C
Vrolijk, Opgewekt
D
Zeer snel

Slide 21 - Quizvraag

Videobeschrijving
Je krijgt zo een video te zien, deze bevat meerdere tempo aanduidingen. Elk muziekstuk dat gespeeld wordt, is in het betreffende tempo.
Bekijk de video goed. Onthoud zoveel mogelijk tempo aanduidingen. In de muziek zijn er wel meer dan 100 tempo aanduidingen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

hoeveel tempo aanduidingen zijn er in de video langs gekomen?
A
5
B
7
C
8
D
10

Slide 24 - Quizvraag

Contrast, Herhaling & Variatie
Dit gaat over vorm. 
Muziek wordt in vormen gemaakt, het kleinste bouwsteentje was; 
het motief, 
dan krijg je een melodie, 
dan de muzikale zin, 
vervolgens wordt dat een thema.

Al deze blokjes

Slide 25 - Tekstslide

deel 2
Met deze bouwstenen kun je ook nog knutselen:
je kan het exact kopiëren (mag ook hoger of lager) - Herhalen
je kan het een klein beetje anders maken - Variëren
of
je kan het compleet anders maken (tegenovergesteld) - Contrasteren 

Slide 26 - Tekstslide

5

Slide 27 - Video

01:44
Wat je nu gehoord hebt is het onderdeel waar we steeds vanuit gaan. maar wat was dit?
A
een motief
B
een melodie
C
een muzikale zin
D
een thema

Slide 28 - Quizvraag

01:56
Wat hoorde je nu? (ten opzichte van het vorige deel)
A
Een herhaling
B
Een variatie
C
Een contrast

Slide 29 - Quizvraag

02:08
Wat hoorde je nu?
A
Een herhaling
B
Een variatie
C
Een contrast

Slide 30 - Quizvraag

02:20
Wat was dit?
A
Een herhaling van het 1e deel
B
Een herhaling van het contrast
C
Een herhaling van de variatie

Slide 31 - Quizvraag

02:54
Wat hoorde je nu?
A
Een herhaling
B
Een contrast
C
Een Variatie

Slide 32 - Quizvraag

Verbindingsboog
Een verbindingsboog maakt van twee noten een.
De verbindingsboog maakt van de kwartnoot en de achtste noot een noot die anderhalve tel duurt.

Slide 33 - Tekstslide

Eenstemmig/meerstemmig, tweede stem, tegen melodie, close harmony
Eenstemmig - iedereen zingt hetzelfde
Meerstemmig - er klinken meerdere zangpartijen tegelijk.
Close harmony - Meerstemmigheid waarbij de toonhoogtes van de melodieën dicht tegen elkaar aan liggen.
Tweede stem - beweegt op dezelfde manier als de melodie (1e stem) maar dan wat hoger of lager.
Tegenmelodie - beweegt juist heel anders (contrast) dan de melodie.

Slide 34 - Tekstslide

2

Slide 35 - Video

00:24
Welke zangvorm wordt hier gebruikt?

Slide 36 - Open vraag

01:25
van welke zangvorm wordt nu gebruik gemaakt?
A
Meerstemmigheid
B
Tweestemmigheid
C
Close Harmony
D
Tegen-melodie

Slide 37 - Quizvraag

1

Slide 38 - Video

03:15
Van welke vorm wordt nu gebruik gemaakt?

Slide 39 - Open vraag

1

Slide 40 - Video

00:48
Welke vorm wordt hier gebruikt?
A
Tweede stem
B
Meerstemmig
C
Close Harmony
D
Tegenmelodie

Slide 41 - Quizvraag

Gitaar/keyboard effecten
Chorus - met 1 toets meerdre tonen laten horen
Distortion - een ruis door de toon sturen, waardoor het geluid 'wreder' klinkt.
WahWah - De tonen van de gitaar gaan 'wiebelen'

Slide 42 - Tekstslide

1

Slide 43 - Video

00:38
Welk effect wordt hier gebruikt?

Slide 44 - Open vraag

1

Slide 45 - Video

01:02
het effect wat hier gebruikt wordt heet:

Slide 46 - Open vraag

This is the end!
Kijk de les gerust een paar keer terug om alles goed tot je te nemen. Dit zijn de begrippen die je terug mag verwachten in de toets hs 6+7.

Slide 47 - Tekstslide