2ha Spelling H4 werkwoorden

WELKOM 2HA

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek (blz 132-133) en schrift.
timer
3:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 2HA

  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek (blz 132-133) en schrift.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

1. De planning voor de komende periode doornemen.
2. Spelling H4 afronden.
Het werkwoordgedeelte.


Wat gaan we vandaag doen?

Slide 3 - Tekstslide

  • Je hebt Spelling H4 afgerond en je vragen hierover kunnen stellen.
  • Je weet hoe je de persoonsvorm (het beste) kunt vinden.
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in v.t. en t.t. moet spellen.
Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Planning tot aan
de toestweek
Deze les: 
Het huiswerk kort bespreken.
Uitleg Lezen H3.
Werken aan opdracht 1, 2 en 3.
Gezamenlijk afronden met een aantal vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Keuzemogelijkheden
Tijdens de lessen Spelling H4-H6 mag je zelf kiezen hoe je gaat aantonen dat je het begrijpt. Je kunt werken aan de opdrachten in het boek en deze zelf nakijken of je kunt voor de alternatieve opdracht kiezen. 

Heb je zelf een beter idee? Dan mag je dat natuurlijk altijd in de groep brengen.

Slide 7 - Tekstslide

Bestaat uit twee delen. Deel één gaat over woorden aan elkaar of los schrijven en deel twee gaat over werkwoordspelling. Vandaag focussen we ons op deel twee (over de persoonsvorm in verleden tijd).
Spelling H4

Slide 8 - Tekstslide

Om te weten hoe je een werkwoord spelt, moet je eerst kijken naar de functie van het woord binnen de zin.
Gaat het om een persoonsvorm, een infinitief (wij-vorm) of een bijvoeglijk naamwoord?
Persoonsvorm tt/vt

Slide 9 - Tekstslide

Vervolgens kijk je naar wie (of wat) het werkwoord uitvoert en in welke tijd de zin staat. Is het al gebeurd of gebeurt het juist nu?

Na het uitvoeren van deze drie stappen weet je welke regel je moet toepassen. 
Persoonsvorm vt

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm t.t. (pvtt) meervoud
Ouders behoeden hun kinderen graag voor narigheden.
Persoonsvorm v.t. (pvvt)
Hoe laat landden deze vliegtuigen vorige week?

Werkwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1
Maken we even samen, zodat we allemaal weten hoe de drie stappen werken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Spelling H4 (blz. 132-133).
Maak opdracht 2 t/m 5.

timer
10:00
= huiswerk voor woendag 18 jan

Slide 14 - Tekstslide

  • Hoe staat het ervoor?
  • Wat gaat al goed? 
  • Wat kan nog beter? 
  • Wat doe je elke les om aan je persoonlijke leerdoelen te werken?
Jouw persoonlijke leerdoelen
blik terug en beantwoord de vragen
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Het ... (verwennen) kind wilde niet op zijn
beurt ... (wachten).

Slide 16 - Open vraag

De medicijnen ... (verzachten) de pijn. (v.t.)

Slide 17 - Open vraag

Aan elkaar
Los
tennis+racket
professioneel+racket
trainings+broek
peperdure+broek

Slide 18 - Sleepvraag

  • Je hebt Spelling H4 en H5 afgerond en je vragen hierover kunnen stellen.
  • Je kunt bepalen of je een woord aan elkaar of los moet schrijven.
  • Je hebt gereflecteerd op je drie leerdoelen voor de lessen van Spelling.
Lesdoelen

Slide 19 - Tekstslide