6.2 Relief als klimaatfactor 1

                        6.2 Reliëf als klimaatfactor
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

                        6.2 Reliëf als klimaatfactor

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Partweek, leerstofoverzicht
Korte terugblik 
Uitleg §6.2 
Zelfstandig aan het werk en/of 'oefenen' met online toetsen
Klassikale afronding 


Slide 2 - Tekstslide

Partweek
50 minuten toets over H2 § 1 t/m 3 en hoofdstuk 6 §2.
Vergeet niet om de basisboeknummers te leren

De toets is online in exam.net en met de camera aan
De toets is best lang: je hebt dus al je tijd nodig voor de toets!

Slide 3 - Tekstslide

Tropen:

gematigde zone:

Poolstreken:




Combineer de luchtstreken met de juiste breedtecirkels.

De temperatuurzones op aarde noem je de luchtstreken. Bij deze vraag gebruiken we de breedtecirkels als begrenzing van de verschillende temperatuurzones.

Tussen 23½° en 66½°
Vanaf 66 ½ °
Tussen de 23 ½ ° N.B. en 23 ½ ° Z.B.

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe hoog is de hoogste berg van Europa (de Mont-Blanc?)
A
3808m
B
4808m
C
5808m
D
6808m

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen: wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kent de kenmerken van het reliëf van Europa.
  • Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
  • Je kent het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger, hoe kouder).
  • Je kent het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw) (volgende les)

Slide 6 - Tekstslide

Reliëf en vorm van Europa


- In het midden van Europa ligt het belangrijkste hooggebergte van het werddeel: de Alpen. De Mont Blanc is 4808m hoog en ligt in het gebied van de eeuwige sneeuw. Het smeltwater van de gletsjer stroomt vanuit de Alpen via talrijke rivieren naar de zee.

Ze stromen door middelgebergte soms via het heuvelland naar het laagland. Europa is een werelddeel vol reliëf.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is reliëf?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Wat moet er bij het plaatje rechtsonder staan?

Slide 10 - Open vraag

Reliëf
= Hoogteverschil

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen: wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kent de kenmerken van het reliëf van Europa.
  • Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
  • Je kent het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger, hoe kouder).
  • Je kent het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw) (volgende les)

Slide 12 - Tekstslide

Hoogteligging (reliëf) en temperatuur

Slide 13 - Tekstslide

vorm van Europa 

Slide 14 - Tekstslide

De vorm van Europa 
  • Europa is een schiereiland: aan 3 kanten zee
  • Binnen Europa zijn er verschillende schiereilanden
  • Europa heeft grote inhammen, de zee is nooit ver weg

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een schiereiland?
A
Het is bijna een eiland, het zit op een klein stukje vast aan het vasteland
B
Het eiland waar scheren uitgevonden is (schier is Spaans voor scheren)
C
Alleen skere (schiere) mensen wonen hier, weinig geld, lelijke huizen, alles skeer
D
Een eiland waar, door de vorm van de kust, veel erosie aanwezig is

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

ook een schiereiland?

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen: wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kent de kenmerken van het reliëf van Europa.
  • Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
  • Je kent het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger, hoe kouder).
  • Je kent het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw) (volgende les)

Slide 19 - Tekstslide

Wat voor temperaturen verwacht je in de stad Bergen in Noorwegen?

Slide 20 - Open vraag

Reliëf en temperatuur


In Noorwegen ligt de stad Bergen op 60 NB. Ondanks de hoge breedte is het er in de winter nooit heel koud. De gemiddelde temperatuur is boven de 0 graden Celsius. Dat komt door de invloed van de golfstroom en de overheersende westenwinden. (= wind vanuit het westen).

Vanuit Bergen ga je meteen de bergen in. Hoog in de bergen liggen gletsjers en eeuwige sneeuw. Dan daal je af naar de stad Lillehammer. Daar is het in de winter erg koud. De aanlandige wind die het in Bergen warm maakt, botst onderweg met het Scandinavisch Hoogland. Het gebergte werkt als een muur en houdt de warmte tegen. Aan de ene kant van het gebergte is het warmer dan aan de andere kant.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Berg als klimaatscheiding

Slide 23 - Tekstslide

Verschil in klimaat
Door de bergen is er in het westen een ander klimaat dan in het oosten

Daarom heet dit gebergte een klimaatscheiding.

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen: wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kent de kenmerken van het reliëf van Europa.
  • Je kunt de kenmerken van de vorm van Europa beschrijven.
  • Je kent het verband tussen het reliëf en de temperatuur (hoe hoger, hoe kouder).
  • Je kent het verband tussen het reliëf en de neerslag (stuwingsregen en regenschaduw) (volgende les)

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Werk verder aan VR werkboekje waar we ook vorige week woensdag aan gewerkt hebben. Zorg dat je in elk geval locatie 3, 4 en 4 hebt gemaakt!

Belangrijk bij het maken van de opdracht: LEES de vraag eerst heel goed.
Om 5 over half 2: terug voor bespreking van een paar ''locaties''

Slide 26 - Tekstslide