Faseovergang 4STW
Wat is een mengsel?
1 / 10
Onderdelen in deze les
Wat is een mengsel?
Slide 1 - Open vraag
In welke drie vormen bestaat water?
A
1 zuurstof, 2 zuurstofatoom
B
1 zuurstofatoom, 2waterstofatoom
C
waterdamp, vloeibaar, spuitwater.
D
waterdamp, ijs, vloeibaar water.
Slide 2 - Quizvraag
Uit wat bestaat een watermoleculen?
A
3 zuustofatomen 4 zuurstofatomen
B
1 zuurstofatoom en 2 waterstofatomen
C
geen
D
3 waterstofatomen en 5 zuurstofatomen.
Slide 3 - Quizvraag
Noteer 3 positieve eigenschappen van water.
Slide 4 - Open vraag
Duid aan wat past.
VASTE AGGREGATIETOESTAND
VASTE AGGREGATIETOESTAND
A
De molecule zijn totaal vrij
B
De molecule zijn onvrij
C
De molecule zijn gedeeltelijk vrij
D
geen
Slide 5 - Quizvraag
Duid aan wat past
VLOEIBARE AGGREGATIETOESTAND
VLOEIBARE AGGREGATIETOESTAND
A
De molecule zijn totaal vrij
B
De molecule zijn gedeeltelijk vrij
C
De molecule zijn onvrij
D
geen
Slide 6 - Quizvraag
Duid aan wat past
GASVORMIGE AGGREGATIETOESTAND
GASVORMIGE AGGREGATIETOESTAND
A
De molecule zijn gedeeltelijk vrij
B
De molecule zijn onvrij
C
De molecule zijn totaal vrij
D
geen
Slide 7 - Quizvraag
Verklaar de volgende term
condenseren
condenseren
Slide 8 - Open vraag
Wanneer spreekt men van invriezen?
A
- 100 °C
B
- 18°C
C
- 40 C°
D
- 50°C
Slide 9 - Quizvraag
Wanneer spreekt men van diepvriezen?
A
- 100 °C
B
- 40°C
C
- 50°C
D
+ 30°C
